Algemene wet op het binnentreden
Aanhef
Geldend
Geldend vanaf 28-05-1999
- Bronpublicatie:
19-04-1999, Stb. 1999, 207 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25929)
- Inwerkingtreding
28-05-1999
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-04-1999, Stb. 1999, 207 (uitgifte: 01-01-1999, kamerstukken: 25929)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bevoegdheden
Strafprocesrecht / Algemeen
Wet van 22 juni 1994 tot vaststelling van de Algemene wet op het binnentreden
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het mede in verband met de verandering van de desbetreffende bepalingen in de Grondwet wenselijk is te komen tot herziening en eenmaking van de wettelijke bepalingen inzake het binnentreden in woningen en het betreden van enkele bijzondere plaatsen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: