Einde inhoudsopgave
Loodsplichtregeling 2021
Artikel 27 Vrijstelling van de loodsplicht met een PEC B, C of D
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
03-11-2023, Stcrt. 2023, 30845 (uitgifte: 16-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/294929)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
03-11-2023, Stcrt. 2023, 30845 (uitgifte: 16-11-2023, regelingnummer: IENW/BSK-2023/294929)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
1.
In het zeehavengebied Amsterdam – IJmond worden de volgende PEC-trajecten onderscheiden:
- a.
aanloop Noordzeekanaal – buitenhaven IJmuiden (gebied ten westen van sluizencomplex);
- b.
aanloop Noordzeekanaal – havens van Velsen en Beverwijk (gebied ten oosten van sluizencomplex tot aan kilometerpaal 8);
- c.
aanloop Noordzeekanaal – Afrikahaven tot aan kilometerpaal 12;
- d.
aanloop Noordzeekanaal – Amerikahaven tot aan kilometerpaal 15;
- e.
aanloop Noordzeekanaal – Westhaven tot aan kilometerpaal 17;
- f.
aanloop Noordzeekanaal – Carel Reiniershaven tot aan kilometerpaal 19;
- g.
aanloop Noordzeekanaal – Coen- en Mercuriushaven tot aan kilometerpaal 22; en
- h.
aanloop Noordzeekanaal – het afgesloten IJ tot aan de Oranjesluizen en de Amsterdamse Brug in het Amsterdam-Rijnkanaal.
2.
In de trajecten als bedoeld in het eerste lid, onderdelen d tot en met h, zijn de tussengelegen havenbekkens geen onderdeel van het traject.
3.
Voor alle in het eerste lid genoemde PEC-trajecten heeft vrijstelling van de loodsplicht, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van het besluit, de kapitein of eerste stuurman van een zeeschip, tenzij het een zeeschip met gevaarlijke lading betreft, en die in het bezit is van een:
- a.
PEC B voor zeeschepen met een lengte over alles van meer dan 75 tot en met 115 meter;
- b.
PEC C voor zeeschepen met een lengte over alles van meer dan 115 tot en met 150 meter;
- c.
PEC D voor zeeschepen met een lengte over alles van meer dan 150 meter.
4.
In het zeehavengebied Amsterdam-IJmond wordt geen PEC verstrekt voor trajecten via:
- a.
de vaarwegen ten westen van de Noordzeesluizen in IJmuiden, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, voor een zeeschip met een lengte over alles van 180 meter of meer dan wel met een diepgang van 10 meter of meer, met uitzondering van zeeschepen met een lengte over alles van meer dan 150 meter die in een vaste veerverbinding varen naar en van een ligplaats ten westen van de Noordzeesluizen in IJmuiden met een minimale aanloopfrequentie van een maal per week en die daarbij gebruik kunnen maken van het Zuiderbuitenkanaal met inbegrip van de daaraan gelegen havens;
- b.
het Noordzeekanaal of in één van de zijkanalen daarvan, met inbegrip van de daaraan gelegen havens en het Afgesloten IJ tot en met de oostzijde van de ingang van de Mercuriushaven, en met uitzondering van de Voorzaan noordwaarts tot aan de Den Uylbrug, met inbegrip van de daaraan gelegen havens voor een zeeschip met een lengte over alles van 180 meter of meer dan wel met een diepgang van 10 meter of meer;
- c.
de Voorzaan noordwaarts tot aan de Den Uylbrug, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, voor een zeeschip met een lengte over alles van 150 meter of meer dan wel met een diepgang van 8 meter of meer; of
- d.
het Afgesloten IJ vanaf de oostzijde van de ingang van de Mercuriushaven in oostelijke richting, met inbegrip van de daaraan gelegen havens, voor een zeeschip met een lengte over alles van 150 meter of meer dan wel met een diepgang van 6 meter of meer.