Einde inhoudsopgave
Besluit herinvesteringsreserve (HIR) (verzamelbesluit) 2022
6.1 Vormen van overheidsingrijpen
Geldend
Geldend vanaf 19-07-2022
- Bronpublicatie:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Inwerkingtreding
19-07-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-07-2022, Stcrt. 2022, 19071 (uitgifte: 18-07-2022, regelingnummer: 2022-4487)
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Resultaat uit overige werkzaamheden
Vennootschapsbelasting / Fiscale eenheid
Inkomstenbelasting / Winst
Onder overheidsingrijpen wordt het volgende verstaan (artikel 3.54, twaalfde lid):
- a.
onteigening, daaronder begrepen minnelijke onteigening en verkoop ter voorkoming van onteigening;
- b.
een besluit, daaronder begrepen een regeling, op het gebied van ruimtelijke ordening, natuur of milieu van een publiekrechtelijke rechtspersoon dat de mogelijkheden om de onderneming of een gedeelte daarvan op de huidige locatie in de huidige vorm voort te zetten of uit te breiden in belangrijke mate beperkt;
- c.
bij AMvB aangewezen communautaire of nationale regelgeving die leidt tot herstructurering of beëindiging van een bedrijfstak.
Het is mogelijk dat een bepaalde situatie onder meer dan één van de hiervoor genoemde onderdelen valt. Dit is van belang, omdat de bewijsrechtelijke aspecten per onderdeel verschillen. Bij een aangewezen regeling als bedoeld in onderdeel c, behoeft de (beperkende) invloed op de mogelijkheden tot voortzetting of uitbreiding niet te worden beoordeeld en is verdere discussie over de vraag of sprake is van overheidsingrijpen niet meer aan de orde. Op deze bepaling ga ik in onderdeel 6.4 nader in.
Ook bij onderdeel b is sprake van een bestaand objectief kenbaar gegeven, namelijk een in dat onderdeel omschreven besluit of regeling. Er kan dan nog wel verschil van inzicht zijn over bijvoorbeeld de vraag of sprake is van een beperking van de mogelijkheden tot voortzetting of uitbreiding als bedoeld in dit onderdeel. Op deze bepaling ga ik in onderdeel 6.3 nader in.
Als er geen besluit is dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in onderdeel b, kan er nog altijd sprake zijn van (minnelijke) onteigening of ‘verkoop ter voorkoming van onteigening’: onderdeel a. Op deze bepaling ga ik in onderdeel 6.2 nader in.