AB 2014/267
Toegang tot de rechter. In bijzondere gevallen kan worden geoordeeld dat de belanghebbende met het achterwege laten van betaling van griffierecht niet in verzuim is. Analoge toepassing van verdragsrechten.
ABRvS 06-03-2013, ECLI:NL:RVS:2013:BZ4443, m.nt. R. Stijnen (Afweging griffierecht)
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
6 maart 2013
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, T.G.M. Simons, M.W.C. Feteris
- Zaaknummer
201110325/1/V2
- Noot
R. Stijnen
- LJN
BZ4443
- Roepnaam
Afweging griffierecht
- JCDI
JCDI:ADS918529:1
- Vakgebied(en)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2013:BZ4443, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 06‑03‑2013
- Wetingang
Art. 8:41 Awb; art. 51 (oud) Wet RvS
Essentie
Toegang tot de rechter. In bijzondere gevallen kan worden geoordeeld dat de belanghebbende met het achterwege laten van betaling van griffierecht niet in verzuim is. Analoge toepassing van verdragsrechten.
Samenvatting
In het algemeen kan worden aangenomen dat de regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht, inclusief de thans daarbij behorende bedragen aan griffierecht, van dien aard is dat rechtzoekenden daarmee de toegang tot de rechter niet wordt ontnomen.
Dit laat echter onverlet dat zich gevallen kunnen voordoen waarin heffing van het ingevolge de wet verschuldigde bedrag aan griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk, althans uiterst moeilijk ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.