NJ 1938/709
Wijze van rijden, welke de veiligheid van het verkeer in gevaar brengt. Bewijs. Eigen waarneming van een getuige. Testimonium de auditu zonder dat de zegsman wordt genoemd.
HR 17-01-1938, ECLI:NL:HR:1938:145, m.nt. Prof.mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 januari 1938
- Magistraten
Mrs. Visser, Taverne, de Menthon Bake, Servatius en van der Meulen
- Zaaknummer
[17011938/NJ_1938_709]
- Noot
Prof.mr. B.M. Taverne
- JCDI
JCDI:ADS105866:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1938:145, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑01‑1938
- Wetingang
(Motor- en Rijwielwet art. 22; Sv art. 342.)
Essentie
Wijze van rijden, welke de veiligheid van het verkeer in gevaar brengt. Bewijs. Eigen waarneming van een getuige. Testimonium de auditu zonder dat de zegsman wordt genoemd.
Samenvatting
Uit de tót het bewijs gebezigde verklaringen blijkt, dat req. met een flinke vaart rijdende, hoewel hij op denzelfden kant van den weg, als waarop hij reed, de lichten van een auto zag, steeds met dezelfde vaart aan dien kant is blijven doorrijden, ook toen hij, op korten afstand van die lichten gekomen, zag, dat zij van een stilstaanden auto waren, terwijl de eigenaar van dezen auto zijn linker richtingaanwijzer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.