RI 2016/107
Executieveiling. Ontbeert de bankhypotheek – ondanks dat geen sprake is van executie van een restschuld na uitwinning van het verhypothekeerde goed – executoriale kracht omdat de rechtsverhouding en de vordering niet met voldoende bepaaldheid zijn omschreven? (X/Rabobank)
Rb. Midden-Nederland 17-08-2016, ECLI:NL:RBMNE:2016:4958
- Instantie
Rechtbank Midden-Nederland
- Datum
17 augustus 2016
- Magistraten
Mr. P. Krepel
- Zaaknummer
C/16/419314 / KG ZA 16-545
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924696:1
- Vakgebied(en)
Insolventierecht / Faillissement
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBMNE:2016:4958, Uitspraak, Rechtbank Midden-Nederland, 17‑08‑2016
- Wetingang
Art. 3:268 BW
Essentie
Executieveiling. Parate executie.
Ontbeert de bankhypotheek – ondanks dat geen sprake is van executie van een restschuld na uitwinning van het verhypothekeerde goed – executoriale kracht omdat de rechtsverhouding en de vordering niet met voldoende bepaaldheid zijn omschreven?
Samenvatting
Eiseren is in 1982 onder huwelijkse voorwaarden gehuwd met A. Op 28 februari 1997 is Z B.V. opgericht. Z B.V. is op 10 december 2014 in staat van faillissement verklaard. Eiseres en A waren sinds de oprichting van Z B.V. (middellijk) bestuurders een aandeelhouders van Z B.V. Op 1 mei 1997 heeft eiseres een bedrijfspand gekocht. Op 22 december 1999 hebben ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.