Einde inhoudsopgave
Regeling specificaties en typegoedkeuring boordcomputer taxi
Artikel 9
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2015
- Bronpublicatie:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Inwerkingtreding
01-04-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2015, Stcrt. 2015, 9656 (uitgifte: 09-04-2015, regelingnummer: IENM/BSK-2015/35270)
- Vakgebied(en)
Verkeersrecht / Voertuigeisen
1.
De boordcomputer registreert in de operationele modus, werkingsniveau arbeidstijd, de arbeids-, rij- en rusttijden, bedoeld in de artikelen 5:4, tweede en derde lid, 5:6, en 5:9, van de Arbeidstijdenwet en de artikelen 2.5:1, 2.5:2, 2.5:3, 2.5:4, 2.5:5, 2.5:6, eerste lid, en 2.5:7, van het Arbeidstijdenbesluit vervoer van de bestuurder en maakt daarbij het volgende onderscheid:
- a.
rijtijd;
- b.
andere werkzaamheden dan rijden;
- c.
pauze.
2.
De boordcomputer registreert iedere wijziging in het arbeidstijdpatroon, het tijdstip en de datum van deze wijzigingen en de aanwezigheid van een boordcomputerkaart in de kaartlezer.
3.
De bestuurder kan in de operationele modus, werkingsniveau arbeidstijd, handmatig de aanvang en het einde van een pauze aangeven. Een bij de aanvang van de pauze actief werkingsniveau taxivervoer wordt hiermee automatisch afgesloten.
4.
De bestuurder kan aan het begin van een kaartsessie handmatig aangeven dat hij nadat de voorgaande kaartsessie is afgesloten nog andere werkzaamheden dan rijden heeft uitgevoerd, of pauze heeft genoten. De boordcomputer legt hierbij vast of het andere werkzaamheden dan rijden of pauze betreft, en de datum en tijd van het begin en het einde hiervan.
5.
De boordcomputer zorgt er bij het afsluiten van een kaartsessie voor dat over de gegevens, bedoeld in het eerste lid, een elektronische handtekening wordt geplaatst door de chauffeurskaart en dat deze gegevens worden gekopieerd naar de chauffeurskaart.
6.
Indien er geen chauffeurskaart in de boordcomputer aanwezig is, wordt de elektronische handtekening door de boordcomputer geplaatst met behulp van de systeemkaart.
7.
De boordcomputer toont de gegevens waarover een elektronische handtekening geplaatst wordt. Deze omvatten ten minste de totalen van de aan de in het eerste lid bedoelde activiteiten bestede tijd.