Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet Internationaal Strafhof
Artikel 71
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2002
- Bronpublicatie:
20-06-2002, Stb. 2002, 314 (uitgifte: 27-06-2002, kamerstukken: 28098)
- Inwerkingtreding
01-07-2002
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2002, Stb. 2002, 315 (uitgifte: 01-01-2002, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Mededelingen, gewisseld tussen de veroordeelde en het Strafhof, worden niet belemmerd en zijn vertrouwelijk. De indiening door de veroordeelde van een verzoekschrift of enig ander geschrift kan door tussenkomst van de directeur van de inrichting waarin de veroordeelde verblijft, geschieden. De directeur draagt in dat geval zorg dat het geschrift, voorzien van een dagtekening, onverwijld aan het Strafhof wordt gezonden.
2.
Daartoe door het Strafhof aangewezen personen hebben overeenkomstig artikel 38, zevende lid, tweede tot en met vierde volzin, van de Penitentiaire beginselenwet, toegang tot de veroordeelde in de inrichting waarin hij verblijft.
3.
Verzoeken van het Strafhof om informatie die het Strafhof nodig heeft voor de uitoefening van zijn toezichthoudende taak overeenkomstig artikel 106 van het Statuut, worden door Onze Minister zo veel mogelijk ingewilligd.
4.
Op verzoek van het Strafhof wordt de veroordeelde die daarmee instemt, tijdelijk ter beschikking van het Strafhof gesteld met het oog op enig door het Strafhof te verrichten onderzoek in verband met de tenuitvoerlegging.