Einde inhoudsopgave
Wet op de parlementaire enquête 2008
Artikel 25 [Bevel tot medewerking]
Geldend
Geldend vanaf 09-03-2019
- Redactionele toelichting
Door een foutieve wijzigingsopdracht heeft dit artikel de leden 1 t/m 4 en 6.
- Bronpublicatie:
23-01-2019, Stb. 2019, 89 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken: 34683)
- Inwerkingtreding
09-03-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-02-2019, Stb. 2019, 90 (uitgifte: 08-03-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
Staatsrecht / Wetgeving
1.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Den Haag kan op verzoek van de commissie een persoon die weigert haar medewerking te verlenen bij de uitoefening van de haar bij deze wet verleende bevoegdheden bevelen deze medewerking alsnog te verlenen. Het verzoek wordt ingeleid bij verzoekschrift.
2.
Het verzoek van de commissie vermeldt welke medewerking van de betrokken persoon wordt verlangd.
3.
De voorzieningenrechter doet uitspraak uiterlijk op de zevende dag nadat hij het verzoek heeft ontvangen, tenzij de commissie hem heeft verzocht onverwijld uitspraak te doen.
4.
De voorzieningenrechter wijst het verzoek toe, tenzij:
- a.
het verzoek niet berust op de wet;
- b.
de betrokken persoon een wettelijke grond tot weigering heeft, of
- c.
de commissie in redelijkheid niet tot haar oordeel kan komen dat de verlangde medewerking nodig is voor de vervulling van haar taak.
6.
De uitspraak van de voorzieningenrechter is uitvoerbaar bij voorraad.