Einde inhoudsopgave
Richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd
Artikel 19 Bepaling van de afwijking van referentieperioden
Geldend
Geldend vanaf 02-08-2004
- Bronpublicatie:
04-11-2003, PbEU 2003, L 299 (uitgifte: 18-11-2003, regelingnummer: 2003/88/EG)
- Inwerkingtreding
02-08-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-11-2003, PbEU 2003, L 299 (uitgifte: 18-11-2003, regelingnummer: 2003/88/EG)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Overheidsfinanciën / Algemeen
De in artikel 17, lid 3, en de in lid 1 van dit artikel bedoelde mogelijkheid om af te wijken van artikel 16, onder b), mag niet tot gevolg hebben dat er een referentieperiode wordt vastgesteld die langer is dan zes maanden.
De lidstaten kunnen evenwel, met inachtneming van de algemene beginselen inzake de bescherming van de veiligheid en de gezondheid van de werknemers, toestaan dat om objectieve, technische of arbeidsorganisatorische redenen in collectieve overeenkomsten of bedrijfsakkoorden tussen de sociale partners langere referentieperioden worden vastgesteld, die echter in geen geval langer mogen zijn dan twaalf maanden.
Vóór 23 november 2003 beziet de Raad aan de hand van een voorstel van de Commissie, dat vergezeld gaat van een evaluatieverslag, de bepalingen van dit artikel opnieuw en beslist hij welk gevolg daaraan moet worden gegeven.