Einde inhoudsopgave
Spoorwegwet
Artikel 103
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2015
- Bronpublicatie:
19-11-2014, Stb. 2015, 9 (uitgifte: 15-01-2015, kamerstukken: 33904)
- Inwerkingtreding
01-07-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-06-2015, Stb. 2015, 264 (uitgifte: 30-06-2015, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Railvervoer
De volgende wetten worden ingetrokken op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld:
- a.
de Spoorwegwet 1875;
- b.
de wet van 9 juli 1900, houdende nadere regeling van den dienst en het gebruik van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd (Stb. 118);
- c.
de wet van 1 november 1924, houdende wettelijke maatregelen tegen aantasting van metalen voorwerpen in den bodem door zwerfstroomen, afkomstig van spoorstaven van electrische spoor- en tramwegen (Stb. 498);
- d.
de wet van 15 december 1917, houdende voorschriften omtrent aanleg en instandhouding van spoorwegen, waarop uitsluitend met beperkte snelheid wordt vervoerd, op wegen niet onder beheer van het Rijk (Stb. 703);
- e.
de wet van 26 mei 1937 tot reorganisatie van het spoorwegbedrijf (Stb. 520);
- f.
de wet van 11 juni 1998, houdende wijziging van de Spoorwegwet ter implementatie van richtlijn nr. 95/18/EG en richtlijn nr. 95/19/EG (Stb. 374).