Beschikking 2009/360/EG tot aanvulling van de technische voorschriften voor de afvalkarakterisering die zijn vastgesteld in Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën
Artikel 2 Verzameling en evaluatie van informatie
Geldend
Geldend vanaf 01-05-2009
- Redactionele toelichting
De datum van inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
30-04-2009, PbEU 2009, L 110 (uitgifte: 01-05-2009, regelingnummer: 2009/360/EG)
- Inwerkingtreding
01-05-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
30-04-2009, PbEU 2009, L 110 (uitgifte: 01-05-2009, regelingnummer: 2009/360/EG)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Bij de verzameling van de informatie en gegevens die voor de afvalkarakterisering nodig zijn, wordt de volgorde van de leden 2 tot en met 5 aangehouden.
2.
Er wordt gebruikgemaakt van bestaande onderzoeken en studies, inclusief bestaande vergunningen, geologische onderzoeken, vergelijkbare locaties, lijsten van inert afval, adequate certificeringsregelingen, Europese of nationale normen voor vergelijkbaar materiaal, die voldoen aan de technische voorschriften die in de bijlage worden vermeld.
3.
De kwaliteit en representativiteit van alle informatie wordt geëvalueerd en eventueel ontbrekende informatie wordt gesignaleerd.
4.
Wanneer informatie die voor de karakterisering van het afval nodig is, ontbreekt, wordt er overeenkomstig de norm EN 14899 een bemonsteringsplan opgesteld en worden er volgens dat bemonsteringsplan monsters genomen. De bemonsteringsplannen worden voor zover nodig gebaseerd op gespecificeerde informatie, zoals:
- a)
het doel van de gegevensverzameling,
- b)
het testprogramma en de bemonsteringseisen,
- c)
de situatie bij bemonstering, zoals bemonstering uit boorkernen, graaffronten, transportbanden, hopen, bassins of andere relevante situaties,
- d)
procedures en aanbevelingen voor de aantallen, grootte, massa, beschrijving en behandeling van de monsters.
De betrouwbaarheid en kwaliteit van de bemonsteringsresultaten worden geëvalueerd.
5.
De resultaten van het karakteriseringsproces worden geëvalueerd. Waar nodig wordt met dezelfde methodologie aanvullende informatie verzameld. Het uiteindelijke resultaat wordt in het afvalbeheersplan opgenomen.