Einde inhoudsopgave
Richtsnoeren 2022/C 80/01 staatssteun ten behoeve van milieubescherming en energie 2022
51
Geldend
Geldend vanaf 18-02-2022
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging en inwerkingtreding is de datum van het Publicatieblad.
- Bronpublicatie:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Inwerkingtreding
18-02-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-02-2022, PbEU 2022, C 80 (uitgifte: 18-02-2022, regelingnummer: 2022/C 80/01)
- Vakgebied(en)
Milieurecht / Algemeen
Mededingingsrecht / EU-mededingingsrecht
Staatssteun (V)
Energierecht / Algemeen
Indien de steun niet via een concurrerende biedprocedure wordt toegekend, moeten de nettomeerkosten worden bepaald door de winstgevendheid van het feitelijke scenario en van het nulscenario te vergelijken. Om in dergelijke gevallen de financieringskloof te bepalen, moet de lidstaat voor het feitelijke scenario en voor een geloofwaardig nulscenario een kwantificering indienen van alle belangrijke kosten en opbrengsten, de voor het disconteren van toekomstige kasstromen geraamde gewogen gemiddelde vermogenskostenvoet (‘WACC’) van begunstigden, alsmede de netto contante waarde (‘NPV’) voor het feitelijke scenario en voor het nulscenario, over de levensduur van het project. De Commissie zal nagaan of dit nulscenario realistisch is (1). De lidstaat moet de aannames verantwoorden die voor elk aspect van de kwantificering worden gebruikt, en moet gehanteerde methodieken toelichten en onderbouwen. De typische nettomeerkosten kunnen worden geraamd als het verschil tussen de NPV voor het feitelijke scenario en voor het nulscenario over de levensduur van het referentieproject.
Voetnoten
Een nulscenario waarin als alternatief investerings-/exploitatiescenario een voortzetting op lange termijn van de huidige niet-duurzame activiteiten wordt voorgesteld, zal niet als realistisch worden beschouwd.