RF 2020/5
Is er bij een zorgplichtschendingsprocedure tegen een bank ruimte voor afwijkende bewijslastverdeling voor wat betreft het causaal verband?
Hof Amsterdam 19-03-2019, ECLI:NL:GHAMS:2019:905
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19 maart 2019
- Magistraten
Mrs. G.C.C. Lewin, J.W.M. Tromp, P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten
- Zaaknummer
200.225.081/01
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS181920:1
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2019:905, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
Zorgplicht. Hypotheek. Onvoorzienbare omstandigheden. Causaliteit.
Is het instorten van de huizenmarkt een onvoorzienbare omstandigheid waardoor een bank geen ongewijzigde instandhouding van een hypothecaire leningsovereenkomst mag verwachten? Is er bij een zorgplichtschendingsprocedure tegen een bank ruimte voor een afwijkende bewijslastverdeling voor wat betreft het causaal verband?
Samenvatting
Consument en zijn echtgenoot zijn in het bezit van twee woningen waarvoor zij met ING Bank aflossingsvrije hypothecaire leningen zijn aangegaan. Doordat Consument zijn baan verliest, ontstaan er betalingsachterstanden en gaat ING Bank over tot executieverkoop van de woningen. Dit resulteert in een forse restschuld. Consument stelt dat de aflossingsvrije hypotheek ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.