Einde inhoudsopgave
Verordening (Euratom) Nr. 300/2007 tot invoering van een instrument voor samenwerking op het gebied van nucleaire veiligheid
Artikel 7 Voorwaarden
Geldend
Geldend vanaf 11-04-2007
- Bronpublicatie:
19-02-2007, PbEU 2007, L 81 (uitgifte: 22-03-2007, regelingnummer: 300/2007)
- Inwerkingtreding
11-04-2007
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-02-2007, PbEU 2007, L 81 (uitgifte: 22-03-2007, regelingnummer: 300/2007)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
1.
De volgende entiteiten komen in aanmerking voor financiering in het kader van deze verordening ter uitvoering van de in artikel 5 bedoelde actieprogramma's en de in artikel 6 bedoelde bijzondere maatregelen, voor zover deze daadwerkelijk kunnen bijdragen tot het doel van de verordening zoals dat is omschreven in artikel 2:
- a)
partnerlanden, partnerregio's en hun instellingen;
- b)
gedecentraliseerde organen van partnerlanden zoals regio's, departementen, provincies en gemeenten;
- c)
gemengde organen, ingesteld door de partnerlanden en -regio's en de Gemeenschap;
- d)
internationale organisaties, waaronder regionale organisaties, organisaties, diensten of missies van de Verenigde Naties, internationale financiële instellingen en ontwikkelingsbanken, voor zover zij bijdragen aan de doelstellingen van deze verordening;
- e)
het Gemeenschappelijk Centrum voor onderzoek van de Gemeenschap en agentschappen van de Europese Unie;
- f)
de volgende entiteiten en organen van de lidstaten, partnerlanden en -regio's en derde landen voor zover zij bijdragen aan de doelstellingen van deze verordening:
- i)
overheids- en semi-overheidsinstanties, de lokale overheid, lokale bestuursorganen en groeperingen daarvan;
- ii)
ondernemingen, bedrijven en andere particuliere organisaties en economische actoren;
- iii)
financiële instellingen die in de partnerlanden en -regio's particuliere investeringen verlenen, bevorderen en financieren;
- iv)
niet-overheidsactoren zoals bedoeld in lid 2;
- v)
natuurlijke personen.
2.
Niet-overheidsactoren die uit hoofde van deze verordening in aanmerking komen voor financiële hulp zijn met name: niet-gouvernementele organisaties, organisaties van autochtone bevolkingsgroepen, lokale burgergroeperingen en verenigingen van handelaren, coöperaties, vakbonden, organisaties die economische en sociale actoren vertegenwoordigen, plaatselijke organisaties (en netwerken daarvan) die actief zijn op het gebied van gedecentraliseerde regionale samenwerking en integratie, consumentenorganisaties, vrouwen- en jongerenorganisaties, onderwijs-, culturele, onderzoeks- en wetenschappelijke organisaties, universiteiten, kerken en religieuze verenigingen of gemeenschappen, de media, en alle niet-gouvernementele organisaties en onafhankelijke stichtingen die een bijdrage kunnen leveren aan ontwikkeling of aan de externe dimensie van binnenlands beleid.