Einde inhoudsopgave
Wet op de omzetbelasting 1968
Artikel 8 [Maatstaf van heffing leveringen en diensten]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2016
- Bronpublicatie:
25-11-2015, Stb. 2015, 455 (uitgifte: 02-12-2015, kamerstukken: 34220)
- Inwerkingtreding
01-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2015, Stb. 2015, 455 (uitgifte: 02-12-2015, kamerstukken: 34220)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Vergoeding
1
De belasting wordt berekend over de vergoeding.
2
De vergoeding is het totale bedrag dat — of voor zover de tegenprestatie niet in een geldsom bestaat, de totale waarde van de tegenprestatie welke — ter zake van de levering of de dienst in rekening wordt gebracht, de omzetbelasting niet daaronder begrepen. Ingeval ter zake van de levering of de dienst meer wordt voldaan dan hetgeen in rekening is gebracht, komt in plaats daarvan in aanmerking hetgeen is voldaan.
3
Ten aanzien van de handelingen, bedoeld in artikel 3, derde lid, en artikel 3a, eerste lid, wordt de vergoeding gesteld op de aankoopprijs van de goederen of van soortgelijke goederen of, indien er geen aankoopprijs is, de kostprijs, berekend op het tijdstip waarop deze handelingen worden uitgevoerd.
4
De vergoeding wordt gesteld op de normale waarde van de dienst indien:
- a.
een auto tegen een lagere vergoeding dan de normale waarde voor andere dan bedrijfsdoeleinden in gebruik wordt gegeven aan een verbonden afnemer die geen volledig recht op aftrek heeft uit hoofde van artikel 15;
- b.
het gaat om handelingen als bedoeld in artikel 4, derde lid.
Voor de toepassing van de eerste alinea, onderdeel a, wordt onder een verbonden afnemer verstaan een werknemer, een afnemer die een bestuurlijke verhouding met de ondernemer heeft en een afnemer waarmee de ondernemer een familiale band heeft.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald in hoever:
- a.
de korting voor contante betaling, de kosten van verpakking, de vracht- en assurantiekosten, de uitschotten van belasting en andere met doorlopende posten gelijk te stellen bedragen niet tot de vergoeding behoren;
- b.
bij met grondrente bezwaarde eigendom, rechten van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming, appartementen, lidmaatschapsrechten en dergelijke, de daaraan verbonden lasten tot de vergoeding behoren;
- c.
bij eigendom, bezwaard met een recht van erfpacht, opstal, erfdienstbaarheid of beklemming, de vergoeding wordt verminderd met de aan die rechten verbonden lasten;
- d.
bij levering anders dan met toepassing van artikel 28b of 28d, van gebruikte personenauto's, gebruikte motorrijwielen en gebruikte bestelauto's in de zin van artikel 10 van de Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992, de vergoeding wordt verminderd met de op de voet van die wet geheven belasting. Voor het vaststellen van het bedrag van die vermindering worden regels gesteld met inachtneming van de bepalingen van of ingevolge die wet.
6.
Indien gegevens voor het bepalen van de vergoeding zijn uitgedrukt in een andere munteenheid dan de euro, wordt de wisselkoers vastgesteld overeenkomstig de laatst genoteerde verkoopkoers op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt. In plaats van het hiervoor bedoelde wisselkoersmechanisme mag ook gebruik gemaakt worden van de wisselkoers die, op het tijdstip waarop de belasting verschuldigd wordt, door de Europese Centrale Bank laatstelijk was bekendgemaakt.
7
Ten aanzien van de handelingen, bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt de vergoeding gesteld op de door de ondernemer voor het verrichten van de diensten gemaakte uitgaven. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de door de ondernemer voor het verrichten van deze diensten gemaakte uitgaven.