NJB 2017/791
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv: voor het antwoord op de vraag of een goed in beslag is genomen, is niet doorslaggevend of dat goed is vermeld op de kennisgeving van inbeslagname of in het proces-verbaal van bevindingen dat is opgesteld naar aanleiding van de doorzoeking of op de lijst van inbeslaggenomen goederen die de rechter-commissaris heeft opgesteld. In casu onbegrijpelijk oordeel van rechtbank dat niet is gebleken dat het bedrag in beslag is genomen
HR 21-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:479
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 maart 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
16/01158
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:479, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:167, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑01‑2017
- Wetingang
(art. 552a Sv)
Essentie
Beklag aangaande beslag art. 552a Sv: voor het antwoord op de vraag of een goed in beslag is genomen, is niet doorslaggevend of dat goed is vermeld op de kennisgeving van inbeslagname of in het proces-verbaal van bevindingen dat is opgesteld naar aanleiding van de doorzoeking of op de lijst van inbeslaggenomen goederen die de rechter-commissaris heeft opgesteld. In casu onbegrijpelijk oordeel van rechtbank dat niet is gebleken dat het bedrag in beslag is genomen
Uitspraak
Inleiding:
Beklagprocedure. Het namens de klager ingediende klaagschrift strekt tot teruggave van een bedrag van € 600 en een geldbedrag van € 430. De ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.