NJB 2019/782
De Afdeling oordeelt voortaan dat een verzoek om omgevingsvergunning alleen dan een aanvraag als bedoeld in art. 1:3, lid 3, Awb is, als voor het bestuursorgaan meteen duidelijk is of kan zijn dat een aanvraag is gedaan. Het dient altijd te gaan om een zelfstandig stuk. Slechts bij een dergelijke evidente aanvraag kan een omgevingsvergunning van rechtswege zijn gegeven
ABRvS 20-03-2019, ECLI:NL:RVS:2019:829
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
20 maart 2019
- Magistraten
Mrs. Van der Beek-Gillessen, Van Heijningen en De Moor-van Vugt
- Zaaknummer
201708925/1/A1
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Omgevingsrecht / Omgevingsvergunning
Bestuursprocesrecht / Algemeen
Milieurecht / Inrichtingen en activiteiten - vergunningen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2019:829, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 20‑03‑2019
- Wetingang
Essentie
De Afdeling oordeelt voortaan dat een verzoek om omgevingsvergunning alleen dan een aanvraag als bedoeld in art. 1:3, lid 3, Awb is, als voor het bestuursorgaan meteen duidelijk is of kan zijn dat een aanvraag is gedaan. Het dient altijd te gaan om een zelfstandig stuk. Slechts bij een dergelijke evidente aanvraag kan een omgevingsvergunning van rechtswege zijn gegeven
Partij(en)
Uitspraak op de hoger beroepen van: 1. het college van burgemeester en wethouders van Texel, 2. [appellant sub 2 A] en [appellant sub 2 B], wonend te Den Burg, gemeente Texel, appellanten, tegen de uitspraak van de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.