Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968
Artikel 24c
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
17-12-2021, Stb. 2021, 657 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2022, terugwerkend tot: 01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
17-12-2021, Stb. 2021, 657 (uitgifte: 27-12-2021, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
1.
Het verzoek om een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger dient de volgende gegevens te bevatten:
- a.
naam, adres en woonplaats van de verzoeker;
- b.
het beoogde tijdstip van aanvang van het fiscaal vertegenwoordigerschap;
- c.
de vermoedelijke aard en omvang van de belastbare handelingen per kalenderjaar.
2.
Het verzoek om een algemene vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger dient voorts de volgende gegevens te bevatten:
- a.
naam, adres en woonplaats van de ondernemer die niet in Nederland woont of is gevestigd en aldaar geen vaste inrichting heeft (in dit hoofdstuk: buitenlandse ondernemer) alsmede, indien de ondernemer is gevestigd in een lidstaat het btw-identificatienummer dat is toegekend door die lidstaat;
- b.
de aard van het bedrijf van de buitenlandse ondernemer.
3.
Tenzij de inspecteur anders bepaalt wordt een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger slechts verleend indien de verzoeker:
- a.
in Nederland woont of is gevestigd;
- b.
in de afgelopen vijf jaren niet wegens overtreding van de wettelijke bepalingen inzake rijksbelastingen dan wel douane onherroepelijk is veroordeeld;
- c.
een administratie voert die voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;
- d.
onder de in het zevende lid genoemde voorwaarden zekerheid stelt tot het beloop van een door de inspecteur vastgesteld bedrag;
- e.
op verzoek aan de inspecteur de inlichtingen verstrekt die noodzakelijk zijn om het beloop van de zekerheid vast te stellen.
4.
De verlening van een algemene vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger is tevens gebonden aan de volgende voorwaarden:
- a.
de verzoeker treedt op namens de buitenlandse ondernemer voor alle leveringen en diensten waarvoor belasting is verschuldigd en de intracommunautaire verwervingen en invoer behoudens in de gevallen dat een fiscaal vertegenwoordiger met een beperkte vergunning is aangesteld;
- b.
de verzoeker is per kalenderjaar mede aansprakelijk voor de verschuldigde belasting en de daarmee samenhangende verschuldigde renten en bestuurlijke boeten tot een maximum van de gestelde zekerheid.
5.
De verlening van een beperkte vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger is tevens gebonden aan de volgende voorwaarden:
- a.
de verzoeker kan namens de buitenlandse ondernemer waarvoor hij als fiscaal vertegenwoordiger met een beperkte vergunning is aangesteld, optreden voor:
- 1°
de invoer van goederen;
- 2°
de op de invoer volgende levering van goederen andere dan bedoeld in artikel 5a, eerste lid, onderdeel a, van de wet;
- 3°
de levering van goederen met toepassing van het tarief van nihil op de voet van tabel II, onderdeel a, post 7 of 8, van de wet;
- 4°
de intracommunautaire verwerving van goederen die voorafgaat aan een levering als bedoeld onder 3°;
- 5°
de levering van goederen met toepassing van het tarief van nihil op de voet van tabel II, onderdeel a, post 2 of 6, van de wet die volgt op een levering als bedoeld onder 3°;
- 6°
de levering bedoeld in de bij de wet behorende tabel II, onderdeel a, post 7, Bijzondere bepaling, dan wel post 8, Bijzondere bepaling, voor de buitenlandse ondernemer indien de levering aan hem is verricht, alsmede voor de door die ondernemer te verrichten volgende levering.
- b.
de verzoeker is mede aansprakelijk voor de belasting die is verschuldigd ter zake van de in onderdeel a genoemde belastbare handelingen en de daarmee samenhangende verschuldigde renten en bestuurlijke boeten.
6.
De aansprakelijkstelling op grond van het vierde en het vijfde lid vindt plaats met toepassing van hoofdstuk VI, afdeling 2, van de Invorderingswet 1990.
7.
Het bedrag van de zekerheid wordt door de inspecteur zodanig vastgesteld dat de te verhalen bedragen voldoende verzekerd kunnen worden geacht. De ontvanger beslist of de door de verzoeker aangeboden vorm van zekerheid wordt aanvaard. Het bedrag van de zekerheid kan door de inspecteur worden gewijzigd.
8.
De inspecteur kan de vergunning intrekken of wijzigen:
- a.
op verzoek van de fiscaal vertegenwoordiger met schriftelijke instemming van de buitenlandse ondernemer;
- b.
op verzoek van de buitenlandse ondernemer;
- c.
indien de fiscaal vertegenwoordiger niet meer voldoet aan de aan de vergunning gebonden voorwaarden.
De buitenlandse ondernemer wordt van de intrekking van de vergunning in kennis gesteld, alsmede van de gronden waarop deze berust.