V-N 2019/31.22
Rentecomponent over btw-deel kapitaallasten te verhalen via rioolheffing
HR 21-06-2019, ECLI:NL:HR:2019:1020, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
21 juni 2019
- Magistraten
De Groot, Overgaauw, Wortel, Beukers-van Dooren, Cools
- Zaaknummer
18/02941
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS57996:1
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting (V)
Belastingen van lagere overheden / Gemeentelijke belastingen
Belastingen van lagere overheden (V)
Omzetbelasting / Aftrek en teruggaaf
Omzetbelasting / Bijzondere OB-regelingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1020, Uitspraak, Hoge Raad, 21‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 20‑12‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:1420, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2018
- Wetingang
art. 228a lid 3 en art. 229b lid 2 Gemw
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het de gemeente vrijstond om rente over het niet afgeschreven deel van de investeringen inclusief de daarover verschuldigde btw te rekenen tot de kapitaallasten die via de rioolheffing kunnen worden verhaald. Tegelijk met de invoering van het BTW-compensatiefonds heeft namelijk een uitname uit het gemeentefonds plaatsgevonden.
Samenvatting
Stichting X is een woningcorporatie. In geschil is de aanslag rioolheffing 2013 die de Gemeente Noordenveld aan haar heeft opgelegd. Volgens Rechtbank Noord-Nederland is de verordening deels onverbindend. De post ‘Mutatie reserve’ wordt aldus verwijderd uit de raming van de lasten. Vanwege overdekking worden de aanslagen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.