Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep tegen het toekennen van een transitievergoeding door het hof.

De werkgever heeft ontbinding van de arbeidsovereenkomst van de werknemer – in dienst als veerman sinds 1989 – gevraagd wegens, onder meer, het onbeschoft behandelen van klanten door de werknemer en het afdragen van te weinig omzet. De kantonrechter heeft het ontbindingsverzoek afgewezen, maar het hof heeft in hoger beroep alsnog de arbeidsovereenkomst beëindigd wegens verwijtbaar handelen van de werknemer. Met betrekking tot de transitievergoeding heeft het hof geoordeeld dat de werkgever er niet in is geslaagd om te bewijzen dat de werknemer structureel te weinig omzet heeft afgedragen en dat het daarbij steeds om substantiële bedragen ging, zodat de werknemer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.Verder lezen?