Einde inhoudsopgave
Wet financiering sociale verzekeringen
Artikel 38e Wijze van heffing en tijdvak
Geldend
Geldend vanaf 04-12-2019
- Bronpublicatie:
13-11-2019, Stb. 2019, 440 (uitgifte: 03-12-2019, kamerstukken: 34956)
- Inwerkingtreding
04-12-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
25-11-2019, Stb. 2019, 441 (uitgifte: 03-12-2019, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Financiën
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid algemeen / Inkomensafhankelijke regelingen
Premieheffing / Algemeen
1.
De met betrekking tot het quotumtekort, bedoeld in artikel 38g, verschuldigde heffing wordt geheven indien deze op grond van artikel 122n, eerste lid, voor de werkgever in de desbetreffende sector is geactiveerd en niet op grond van artikel 122n, tweede lid, niet wordt uitgevoerd.
2.
De quotumheffing wordt geheven over het kalenderjaar waarover het quotumtekort wordt vastgesteld, waarbij het quotumtekort wordt bepaald door het aantal arbeidsplaatsen ingevuld door arbeidsbeperkten, uitgedrukt in verloonde uren, ten opzichte van het totaal aantal arbeidsplaatsen, uitgedrukt in verloonde uren, in dat jaar overeenkomstig de berekeningsformule, bedoeld in artikel 38g, derde lid.
3.
De voor de toepassing van het tweede lid in aanmerking te nemen verloonde uren worden vastgesteld op grond van de loonaangiften die uiterlijk op 1 mei van het jaar volgend op het in het tweede lid bedoelde kalenderjaar zijn ingediend alsmede de correcties daarop die uiterlijk op die datum zijn ingediend. Hierbij worden uitsluitend loonaangiften en correcties in aanmerking genomen met betrekking tot het kalenderjaar waarover het quotumtekort wordt vastgesteld.