V-N 2022/8.17
Diverse prejudiciële vragen over rentevergoeding bij BPM-teruggaven beantwoord
HR 28-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:89, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
28 januari 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Feteris, Fierstra, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/00331
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS632979:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
Fiscaal bestuursrecht / Rente
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:89, Uitspraak, Hoge Raad, 28‑01‑2022
ECLI:NL:PHR:2021:822, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑09‑2021
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt op vragen van de rechtbank onder meer dat bij een teruggaaf van in strijd met het EU-recht geheven BPM een rente voldoet op basis van het percentage van de bancaire rente op consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens, zoals dat gold aan het begin van de maand waarin de BPM in strijd met het EU-recht is betaald.
Samenvatting
X importeert gebruikte auto’s en na BPM-voldoeningen volgen diverse teruggaven met (belasting)rente. In geschil is primair de hoogte van deze AWR-rente en in het bijzonder of hierover twee keer kan worden geprocedeerd. De rechter heeft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.