RvdW 2015/556
Kort geding; opheffing conservatoir beslag. Beoordeling aannemelijkheid gestelde vordering; gebondenheid rechter aan in beslagrekest vermelde grondslagen?; opheffing beslag door beslaglegger; afwijzing vordering in bodemprocedure in eerste aanleg; kans van slagen aangewend rechtsmiddel; belangenafweging; aard conservatoir beslag; taak rechter.
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
17 april 2015
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
14/01028
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Roepnaam
Hwang/Nidera
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1074, Uitspraak, Hoge Raad, 17‑04‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:27, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑01‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑02‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑02‑2014
- Wetingang
Essentie
Kort geding; opheffing conservatoir beslag. Beoordeling aannemelijkheid gestelde vordering; gebondenheid rechter aan in beslagrekest vermelde grondslagen?; opheffing beslag door beslaglegger; afwijzing vordering in bodemprocedure in eerste aanleg; kans van slagen aangewend rechtsmiddel; belangenafweging; aard conservatoir beslag; taak rechter.
Voor zover bij de beoordeling of een beslag moet worden opgeheven, de aannemelijkheid van de gestelde vordering ter zake waarvan het beslag is gelegd, wordt meegewogen, is de rechter niet gebonden aan de grondslagen voor die vordering welke in het beslagrekest zijn vermeld. Het staat hem in beginsel vrij zijn beslissing om het beslag niet op te heffen, (mede) te ...