Einde inhoudsopgave
Wet publieke gezondheid
Artikel 47 [Maatregelen bij besmetting door burgemeester of voorzitter veiligheidsregio]
Geldend
Geldend vanaf 31-12-2017
- Bronpublicatie:
29-05-2017, Stb. 2017, 258 (uitgifte: 20-06-2017, kamerstukken: 34472)
- Inwerkingtreding
31-12-2017
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
04-12-2017, Stb. 2017, 472 (uitgifte: 13-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Gezondheidsrecht / Algemeen
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
1.
Indien er een gegrond vermoeden bestaat van een besmetting kan de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio terreinen, gebouwen, vervoermiddelen of goederen controleren op de aanwezigheid van een besmetting, zonodig door het nemen van monsters.
2.
In het geval van een besmetting kan de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio:
- a.
voorschriften van technisch-hygiënische aard geven,
- b.
terreinen, gebouwen, vervoermiddelen of goederen ontsmetten, met inbegrip van de vernietiging van vectoren.
3.
In het geval van een besmetting waarbij ernstig gevaar dreigt voor de volksgezondheid, kan de burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio:
- a.
gebouwen of terreinen dan wel gedeelten daarvan sluiten,
- b.
een verbod uitvaardigen tot het gebruik maken of betreden van vervoermiddelen,
- c.
waren vernietigen.
4.
De burgemeester dan wel de voorzitter van de veiligheidsregio heft de maatregel op als het gevaar is geweken.
5.
De burgemeester of de voorzitter van de veiligheidsregio kan een last onder bestuursdwang opleggen aan degene die geen medewerking verleent aan het uitvoeren van het bepaalde in het tweede lid, onderdeel a.