Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet EU-executieverordening en Verdrag van Lugano
Artikel 2 [Verzoekschrift voor vragen exequatur]
Geldend
Geldend vanaf 10-01-2015
- Bronpublicatie:
22-01-2014, Stb. 2014, 40 (uitgifte: 30-01-2014, kamerstukken: 33676)
- Inwerkingtreding
10-01-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2014, Stb. 2014, 541 (uitgifte: 22-12-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal privaatrecht / Algemeen
1.
Ten aanzien van het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 38 van het verdrag, zijn de artikelen 985 tot en met 991 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering niet van toepassing.
2.
Het verlof tot tenuitvoerlegging, bedoeld in artikel 38 van het verdrag, wordt gevraagd bij verzoekschrift, dat in de Nederlandse taal is gesteld, onverminderd artikel 15 van de Wet gebruik Friese taal. Het wordt ingediend door een deurwaarder of advocaat en houdt tevens in de keuze van een woonplaats binnen het arrondissement van de rechtbank.
3.
Onverminderd het bepaalde bij artikel 55, eerste lid, van het verdrag, wordt bij ongenoegzaamheid van de bij het verzoekschrift overgelegde documenten aan de verzoeker de gelegenheid tot aanvulling gegeven.
4.
In afwijking van het gestelde in het tweede lid, tweede zin, is de bijstand van een deurwaarder of advocaat niet vereist indien het bedrag dat de partij tegen wie de tenuitvoerlegging wordt gevraagd, moet voldoen in hoofdsom niet hoger is dan het bedrag, genoemd in artikel 93, onder a, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Is het eerstbedoelde bedrag uitgedrukt in een andere munteenheid dan de euro, dan moet het worden omgerekend tegen de koers van de dag van de indiening van het verzoek om verlof tot tenuitvoerlegging.