Overleveringswet
Einde inhoudsopgave
Overleveringswet:Artikel 19 [Invrijheidstelling]
Overleveringswet
Artikel 19 [Invrijheidstelling]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 12-05-2004
- Bronpublicatie:
29-04-2004, Stb. 2004, 195 (uitgifte: 11-05-2004, kamerstukken: 29042)
- Inwerkingtreding
12-05-2004
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
29-04-2004, Stb. 2004, 195 (uitgifte: 11-05-2004, kamerstukken: 29042)
- Vakgebied(en)
Internationaal strafrecht / Uitlevering en overlevering
Een opgeëiste persoon wiens bewaring overeenkomstig artikel 18 is bevolen, wordt — behoudens de mogelijkheid van verdere vrijheidsbeneming uit anderen hoofde — in vrijheid gesteld:
- a.
zodra zulks door de rechtbank, de rechter-commissaris of de officier van justitie, ambtshalve of op verzoek van de opgeëiste persoon of diens raadsman, wordt gelast;
- b.
zodra de bewaring twintig dagen heeft geduurd en het Europees aanhoudingsbevel nog niet is ontvangen.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.