V-N 2023/15.12
Proceskostenvergoeding omdat inspecteur niet uit eigen beweging meest gunstige BPM-tarief heeft toegepast
HR 24-03-2023, ECLI:NL:HR:2023:440, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
24 maart 2023
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/03456
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS692964:1
- Vakgebied(en)
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
Fiscaal procesrecht / Proceskostenvergoeding
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:440, Uitspraak, Hoge Raad, 24‑03‑2023
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de inspecteur had moeten onderkennen dat de naheffingsaanslag in strijd met art. 110 VWEU is berekend. De Hoge Raad wijst hierbij onder andere op de jurisprudentie van het Hof van Justitie EU. X heeft recht op een proceskostenvergoeding.
Samenvatting
In verband met de registratie in het Nederlandse kentekenregister van een uit een andere lidstaat over- gebrachte gebruikte personenauto voldoet X € 404 aan BPM op aangifte. Naar aanleiding van een onderzoek stelt de inspecteur vast dat X te weinig BPM heeft betaald en legt een naheffingsaanslag BPM op van € 1211. Bij het ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.