De dwangsom in het burgerlijk recht
Einde inhoudsopgave
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/25.1:25.1 Lotsverbondenheid en zelfstandigheid; bestaande en toekomstige dwangsomschuld
De dwangsom in het burgerlijk recht (BPP nr. V) 2006/25.1
25.1 Lotsverbondenheid en zelfstandigheid; bestaande en toekomstige dwangsomschuld
Documentgegevens:
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem, datum 19-12-2006
- Datum
19-12-2006
- Auteur
Mr. M.B. Beekhoven van den Boezem
- JCDI
JCDI:ADS379194:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
In dit laatste hoofdstuk van het derde deel bespreek ik ten slotte het accessoir karakter van de dwangsomschuld: in dit verband komt aan de orde of de dwangsomschuld zodanig aan de hoofdschuld is verbonden, dat deze mee overgaat wanneer de hoofdschuld wordt overgenomen. Een belangrijke vraag die in dit verband rijst, is uiteraard of de dwangsomschuld in een nieuwe partijverhouding ongewijzigd, zonder hernieuwde rechterlijke toetsing, in stand zal kunnen blijven. Ook moet in het kader van het accessoir karakter van de dwangsomschuld de vraag worden beantwoord of de dwangsomschuld een zodanig zelfstandig karakter kan worden toegedicht, dat deze afzonderlijk, dus zonder de hoofdveroordeling, op een andere debiteur zou kunnen overgaan. Parallel aan de bespreking van het accessoir karakter van de dwangsom-vordering bespreek ik de bovenstaande vragen zowel ten aanzien van overneming van de bestaande dwangsomschuld, als ten aanzien van de overneming van de toekomstige dwangsomschuld.