NJF 2011/421
Europees recht. Oneerlijke bedingen. Boetebeding in huurovereenkomst. Prejudiciële vragen.
Hof Amsterdam 29-07-2014, ECLI:NL:GHAMS:2014:5414
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
29 juli 2014
- Magistraten
Mrs. W.J.J. Los, J.H. Huijzer, J.W. Hoekzema
- Zaaknummer
200.055.552/01
- LJN
BS7888
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Verbintenissenrecht / Algemeen
Goederenrecht (V)
EU-recht (V)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2014:5414, Uitspraak, Hof Amsterdam, 29‑07‑2014
ECLI:NL:GHAMS:2011:BS7888, Uitspraak, Hof Amsterdam, 13‑09‑2011
- Wetingang
Essentie
Europees recht. Oneerlijke bedingen. Boetebeding in huurovereenkomst. Prejudiciële vragen.
Samenvatting
Jahani houdt zich bedrijfsmatig bezig met verhuur van woningen. Jahani heeft met appellant een huurovereenkomst woonruimte gesloten; op deze huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen huurovereenkomst ROZ 2003 van toepassing. In art. 20.o is een zogenaamd boetebeding opgenomen voor niet tijdige betaling van de huur(verhoging). Appellant heeft de huur(verhoging) niet (meer) betaald en Jahani heeft daarom ontbinding van de huurovereenkomst gevorderd en betaling van onder meer de verbeurde, contractuele boetes. De rechtbank heeft de vorderingen toegewezen. In hoger beroep roepen de grieven bij het hof ambtshalve vragen op met betrekking ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.