BNB 2018/139
Aansprakelijkheid bij zetelverplaatsing. Bestuurder die geen taak heeft bij verplaatsing zetel is niet aansprakelijk
HR 20-04-2018, ECLI:NL:HR:2018:637, m.nt. A.J.H. van Suilen
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 april 2018
- Magistraten
Mrs. Koopman, Overgaauw, Van Loon, Van Kalmthout, Faase
- Zaaknummer
16/03041
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
A.J.H. van Suilen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS172632:1
- Vakgebied(en)
Invordering / Aansprakelijkheid
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:637, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑04‑2018
ECLI:NL:PHR:2017:200, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑03‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑03‑2017
- Wetingang
Art. 41 Invorderingswet 1990
Essentie
Aansprakelijkheid bij zetelverplaatsing. Bestuurder die geen taak heeft bij verplaatsing zetel is niet aansprakelijk
Samenvatting
Belanghebbende was bestuurder van A BV van 9 december 1997 tot en met 24 december 2002. Hij was bestuurder uit hoofde van zijn functie bij een trustkantoor.
Op 24 december 2002 heeft de algemene vergadering van aandeelhouders besloten de vestigingsplaats van de BV te verplaatsen naar Israël en heeft zij belanghebbende ontslagen als bestuurder. Voorts is besloten “to instruct the management of the Company to do all such acts and things that may be necessary or useful” met betrekking tot de zetelverplaatsing. Aan ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.