Einde inhoudsopgave
Wet op het financieel toezicht
Artikel 2:78 [Vergunningeisen]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 512 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken: 34583)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Financieel toezicht (juridisch)
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:75, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
- a.
artikel 4:9, eerste, tweede en vierde lid, met betrekking tot de geschiktheid en vakbekwaamheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
- c.
artikel 4:11, tweede en derde lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
- d.
artikel 4:13 met betrekking tot de zeggenschapsstructuur; en
- e.
artikel 4:15, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering.
2.
De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de eisen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, met betrekking tot het tweede en vierde lid van artikel 4:9, c, met betrekking tot het derde lid van artikel 4:11, of e, met betrekking tot het tweede lid van artikel 4:15, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid bedoelde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.