V-N Vandaag 2016/492
Crisisheffing is niet in strijd met nationaal en internationaal recht
HR 26-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:327
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 februari 2016
- Zaaknummer
15/02210
- Vakgebied(en)
Loonbelasting / Eindheffing
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
Loonbelasting / Loon
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:327, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑02‑2016
- Wetingang
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 1e protocol art. 1)Internationaal Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten (BWBV0001017, 26)Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (BWBV0001000, 14)Wet op de loonbelasting 1964 (BWBR0002471, 32bd)
Essentie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de wetgever met de keuze voor een werkgeversheffing niet is getreden buiten de ruime beoordelingsmarge van het EVRM en het IVBPR. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).
Samenvatting
Belanghebbende, X bv, verricht houdsteractiviteiten. Daarnaast houdt X bv zich bezig met het ontwikkelen en fabriceren van machines, systemen en werktuigen. In haar LB-aangifte over maart 2013 wordt € 302.547 verantwoord als pseudo-eindheffing hoog loon (crisisheffing). De heffing ziet op het loon van vijftien werknemers wier loon in 2012 – mede door bonussen – boven ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.