Einde inhoudsopgave
Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen
Artikel 10ter
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Inwerkingtreding
01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-12-2022, Stb. 2022, 538 (uitgifte: 27-12-2022, kamerstukken: 36063)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Bijzondere onderwerpen
Internationaal belastingrecht (V)
Internationaal belastingrecht / Inlichtingenuitwisseling en wederzijdse bijstand
1.
Indien wordt overgegaan tot een gezamenlijke audit als bedoeld in artikel 10bis, eerste lid, streeft Onze Minister ernaar met de bevoegde autoriteit van een of meer verzoekende lidstaten overeenstemming te bereiken over:
- a.
de feiten en omstandigheden die relevant zijn voor de gezamenlijke audit; en
- b.
de fiscale positie van de geauditeerde persoon op basis van de resultaten van de gezamenlijke audit.
2.
De bevindingen van de gezamenlijke audit worden opgenomen in een eindverslag.
3.
In het eindverslag worden ook de punten opgenomen waarover Onze Minister en de bevoegde autoriteit van een of meer verzoekende lidstaten het eens zijn. Deze punten worden in aanmerking genomen bij de relevante instrumenten die Onze Minister naar aanleiding van de gezamenlijke audit kan uitvaardigen.
4.
De geauditeerde persoon wordt binnen zestig dagen na het uitbrengen van het eindverslag in kennis gesteld van het resultaat van de gezamenlijke audit en krijgt een kopie van dat eindverslag.
5.
De handelingen die Onze Minister verricht naar aanleiding van een gezamenlijke audit, alsmede eventuele verdere procedures, vinden plaats overeenkomstig de Nederlandse wetgeving.