Einde inhoudsopgave
Aanwijzingen voor de regelgeving
Officiële Toelichting
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2024
- Bronpublicatie:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-06-2024, Stcrt. 2024, 20921 (uitgifte: 28-06-2024, regelingnummer: 3815813)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Staatsrecht / Wetgeving
Eerste lid. Een wijzigingsopdracht is, nadat de wijziging is doorgevoerd in de doelregeling, meteen uitgewerkt. Het is dan niet meer mogelijk om een door die wijzigingsopdracht aangebrachte wijziging nog aan te passen door de wijzigingsopdracht anders te formuleren. Dit kan alleen door de gewijzigde regeling opnieuw te wijzigen door middel van een nieuwe wijzigingsopdracht. Ook voor een wijzigingsopdracht die – bijvoorbeeld door een onjuiste formulering – niet kon worden doorgevoerd, geldt dat deze na het moment waarop de wijziging moest worden doorgevoerd niet meer kan worden hersteld door alsnog de wijzigingsopdracht aan te passen.
Voorafgaand aan het moment waarop een wijzigingsopdracht doorgevoerd moet worden kan deze nog wel worden aangepast. In het algemeen is dit het moment van inwerkingtreding daarvan, maar het kan ook zijn dat het toepassingsmoment van de wijzigingsopdracht bijvoorbeeld aan het inwerkingtreding van een andere regeling is gekoppeld. In dat geval kan de wijzigingsopdracht dus ook in het tijdvak tussen inwerkingtreding en toepassingsmoment nog zinvol worden gewijzigd.
Tweede lid. Is een regeling eenmaal vervallen, dan kan zij alleen herleven door hernieuwde vaststelling, eventueel met terugwerkende kracht. Hiervan is te onderscheiden de situatie dat niet een regeling is vervallen maar een bevoegdheid in een overigens van kracht blijvende regeling. In dat geval kan door wijziging van deze regeling met terugwerkende kracht de vervallen bevoegdheid over de achterliggende periode weer in het leven worden geroepen.