FED 2019/100
Wat valt onder ‘wilsafhankelijk’ materiaal in de zin van artikel 6 EVRM en leidt tot schending van het nemo tenetur-beginsel?
CBb 07-05-2019, ECLI:NL:CBB:2019:177, m.nt. E. Thomas
- Instantie
College van Beroep voor het bedrijfsleven
- Datum
7 mei 2019
- Magistraten
Mrs. Aerts, Verbeek, Greebe
- Zaaknummer
18/451
- Noot
E. Thomas
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS68634:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Boete
Informatierecht / Reclame
- Brondocumenten
ECLI:NL:CBB:2019:177, Uitspraak, College van Beroep voor het bedrijfsleven, 07‑05‑2019
- Wetingang
Art. 6 van het Europees Verdrag inzake de bescherming van de Rechten van de Mens (hierna: EVRM) (nemo tenetur-beginsel)
Essentie
Wat valt onder ‘wilsafhankelijk’ materiaal in de zin van artikel 6 EVRM en leidt tot schending van het nemo tenetur-beginsel?
Samenvatting
Het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (hierna: CBb) beoordeelt in de onderhavige uitspraak of een door de Autoriteit Financiële Markten opgelegde boete strijdig is met het zogenaamde nemo tenetur-beginsel van artikel 6 van het Europees Verdrag ter Bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (hierna: EVRM). Het CBb oordeelt dat de aan de financiële instelling opgelegde boete in strijd is met het nemo tenetur-beginsel voor wat betreft de door de financiële ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.