Belastingblad 2020/295
Heffingsambtenaar hoeft bij onderbouwende verkopen niet telkens eerst een expliciete vertaling te maken naar de IVS-definitie. Heffingsambtenaar is als gevolg van aansluiting bij de IVS-definitie niet gehouden om mathematisch sluitend bewijs te leveren. Heffingsambtenaar onderbouwt onvoldoende dat onderbouwende verkoop onverklaarbaar laag is.
Hof Amsterdam 19-05-2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:1232, m.nt. J.C. Scherff
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
19 mei 2020
- Magistraten
Mrs. H.E. Kostense, F.J.P.M Haas en S.E. Faber
- Zaaknummer
18/00283
- Noot
J.C. Scherff
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS204457:1
- Vakgebied(en)
Waardering onroerende zaken (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHAMS:2020:1232, Uitspraak, Hof Amsterdam, 19‑05‑2020
Essentie
Heffingsambtenaar hoeft bij onderbouwende verkopen niet telkens eerst een expliciete vertaling te maken naar de IVS-definitie. Heffingsambtenaar is als gevolg van aansluiting bij de IVS-definitie niet gehouden om mathematisch sluitend bewijs te leveren. Heffingsambtenaar onderbouwt onvoldoende dat onderbouwende verkoop onverklaarbaar laag is.
Uitspraak
Uitspraak
op het hoger beroep van
[X] te [Z], belanghebbende,
gemachtigde: mr. T.Q. de Booys (Florent) te Amsterdam
tegen de uitspraak van 17 april 2018 in de zaak met kenmerk AMS 17/944 van de rechtbank Amsterdam (hierna: de rechtbank) in het geding tussen
belanghebbende
en
de heffingsambtenaar van de gemeente Amsterdam, de heffingsambtenaar.