AB 2020/277
Is een brief van het bestuursorgaan waarin het vaststelt tot welk bedrag aan dwangsommen zijn verbeurd op basis van een rechterlijke uitspraak in de zin van art. 8:55d Awb een publiekrechtelijke rechtshandeling?
ABRvS 29-04-2020, ECLI:NL:RVS:2020:1152, m.nt. R. Stijnen
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 april 2020
- Magistraten
Mrs. J.Th. Drop, E.J. Daalder, A.J.C. de Moor-van Vugt
- Zaaknummer
201904870/1/A3
- Noot
R. Stijnen
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS212942:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Beslag en executie
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2020:1152, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑04‑2020
- Wetingang
Essentie
Is een brief van het bestuursorgaan waarin het vaststelt tot welk bedrag aan dwangsommen zijn verbeurd op basis van een rechterlijke uitspraak in de zin van art. 8:55d Awb een publiekrechtelijke rechtshandeling?
Samenvatting
Het geschil gaat over de hoogte van een dwangsom die de rechtbank met toepassing van art. 8:55d lid 2 Awb aan een uitspraak heeft verbonden. Uit deze bepaling en de geschiedenis van de totstandkoming ervan (Kamerstukken II 2009/10, 32450, nr. 3, blz. 51) volgt dat een dergelijke dwangsom ten uitvoer kan worden gelegd volgens de regels van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. Voor ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.