AB 2000, 176
Lozing verontreinigd drainagewater; onderscheid verbod en voorwaarde waaronder verbod niet geldt; last onder dwangsom ten onrechte gekoppeld aan niet verplichte voorwaarde; onvoldoende belang beëindiging overtreding op korte termijn
ABRvS 16-03-2000, ECLI:NL:RVS:2000:AN6307, m.nt. F.C.M.A. Michiels
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
16 maart 2000
- Magistraten
Bakker
- Zaaknummer
200000129/1
- Noot
F.C.M.A. Michiels
- LJN
AN6307
- JCDI
JCDI:ADS869924:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Milieurecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2000:AN6307, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 16‑03‑2000
- Wetingang
Lozingenbesluit WVO glastuinbouw art. 4; Lozingenbesluit WVO glastuinbouw art. 12
Essentie
Lozing verontreinigd drainagewater; onderscheid verbod en voorwaarde waaronder verbod niet geldt; last onder dwangsom ten onrechte gekoppeld aan niet verplichte voorwaarde; onvoldoende belang beëindiging overtreding op korte termijn.
Samenvatting
De voorzitter stelt allereerst vast dat verweerders de bestreden last onder dwangsom niet hebben gekoppeld aan de overtreding van het in art. 4 neergelegde verbod (lozen op de riolering), maar aan het niet voldoen aan een van de voorwaarden waaronder lozing wel is toegestaan (aanwezig zijn van een voldoende grote hemelwateropvangvoorziening). Daardoor wordt verzoekster gedwongen een voorziening als bedoeld in art. 12 lid 1 onder c Lozingenbesluit aan te brengen, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.