AB 1994, 305
ABRvS (vz.), 26-01-1994, nr. B05931335
ABRvS (vz.) 26-01-1994, ECLI:NL:RVS:1994:AN3630, m.nt. F.C.M.A. Michiels
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Voorzitter)
- Datum
26 januari 1994
- Magistraten
Van Zeben
- Zaaknummer
B05931335
- Noot
F.C.M.A. Michiels
- LJN
AN3630
- JCDI
JCDI:ADS61646:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Staatsrecht / Decentralisatie
Omgevingsrecht / Handhaving
Milieurecht (V)
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:1994:AN3630, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (Voorzitter), 26‑01‑1994
- Wetingang
Essentie
Bestuursdwang ter handhaving milieuwetten; bevoegde rechter.
Samenvatting
Art. 18.8 Wm geeft ten opzichte van onder meer art. 152 (oud) gem.w aanvullende bestuursdwangbevoegdheid ter zake van overtredingen van de milieuwetgeving. Van deze aanvullende bevoegdheid wordt geacht al dan niet gebruik te zijn gemaakt in kwesties met betrekking tot de naleving van de milieuwetgeving. De onderhavige gedoogbeschikking kan derhalve naar het oordeel van de voorzitter niet anders worden gezien dan als een beschikking om — onder voorwaarden — geen gebruik te maken van evengenoemde aanvullende bevoegdheid.
Partij(en)
L. Röling, A.J.C. van Vliet en A. Landgraaf allen te De Hoef, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.