NJ 2010/407
Profijtontneming. Bewijsmiddelen onvoldoende nauwkeurig aangegeven.
HR 29-06-2010, ECLI:NL:HR:2010:BM9426
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 juni 2010
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J.W. Ilsink, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
08/01660 P
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BM9426
- JCDI
JCDI:ADS127191:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2010:BM9426, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑06‑2010
- Wetingang
Sv art. 359a
Essentie
Profijtontneming. Het hof heeft niet met voldoende nauwkeurigheid aangegeven aan welke bewijsmiddelen het de feiten en omstandigheden heeft ontleend die aan de schatting van het wederrechtelijk verkregen voordeel ten grondslag zijn gelegd.
Samenvatting
In strafzaken dient de rechter die zich beroept op bepaalde niet in de bewijsmiddelen vermelde feiten of omstandigheden die door hem redengevend worden geacht voor de bewezenverklaring met voldoende mate van nauwkeurigheid in zijn overweging (a) die feiten of omstandigheden aan te duiden, en (b) het wettige bewijsmiddel aan te geven waaraan die feiten of omstandigheden zijn ontleend (vgl. HR LJN BA5858, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.