Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 1
Artikel 23b [Afgifte afschriften en uittreksels]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
27-11-2013, Stb. 2013, 486 (uitgifte: 06-12-2013, kamerstukken: 33526)
25-11-2013, Stb. 2013, 480 (uitgifte: 05-12-2013, kamerstukken: 33032)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2014, Stb. 2014, 134 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
20-03-2014, Stb. 2014, 132 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Personenrecht
1.
Een ieder is bevoegd zich door de ambtenaar die met de afgifte van afschriften en uittreksels van akten van de burgerlijke stand is belast, een uittreksel van een onder deze ambtenaar berustende akte van geboorte, van huwelijk, van registratie van een partnerschap, van omzetting van een huwelijk in een registratie van een partnerschap, van omzetting van een registratie van een partnerschap in een huwelijk of van overlijden te doen afgeven. Het uittreksel bevat de bij algemene maatregel van bestuur te vermelden gegevens, waaruit de afstamming van de persoon of personen op wie de akte betrekking heeft, niet blijkt.
2.
Van de in het eerste lid bedoelde akten alsmede van de akten van erkenning of ontkenning van het vaderschap of moederschap door de moeder wordt een afschrift slechts afgegeven indien de verzoeker aantoont dat hij bij de verkrijging een gerechtvaardigd belang heeft. Van andere akten die de in het eerste lid bedoelde ambtenaar onder zijn berusting heeft, wordt steeds een afschrift afgegeven. Dit afschrift bevat de bij algemene maatregel van bestuur te vermelden gegevens.
3.
Een verzoek om afgifte van een uittreksel of een afschrift dient op een bepaalde persoon of bepaalde personen betrekking te hebben.
4.
Bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld al hetgeen overigens het opmaken en het verstrekken van afschriften en uittreksels betreft. Daarbij worden tevens regels gegeven voor het opmaken van uittreksels van akten die voor de inwerkingtreding van deze wet zijn opgemaakt.
5.
Weigert de in het eerste lid bedoelde ambtenaar een afschrift of een uittreksel af te geven, dan verstrekt hij aan de aanvrager een schriftelijke opgave van de gronden voor zijn weigering.