Einde inhoudsopgave
Wet op de rechterlijke organisatie
Artikel 33 [Budget voor de afzonderlijke gerechten]
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2011
- Bronpublicatie:
19-05-2011, Stb. 2011, 256 (uitgifte: 31-05-2011, kamerstukken: 32562)
- Inwerkingtreding
01-07-2011
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2011, Stb. 2011, 324 (uitgifte: 29-06-2011, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
1.
De Raad maakt aan elk gerecht zo spoedig mogelijk na de vaststelling van de begroting van het Ministerie van Veiligheid en Justitie bekend, welk budget hij aan het gerecht toekent. Indien het budget afwijkt van het geraamde budget, bedoeld in artikel 30 is de tweede volzin van dat artikel van overeenkomstige toepassing.
2.
Indien het budget afwijkt van het geraamde budget, bedoeld in artikel 30, wijzigt het bestuur de begroting van het gerecht.
3.
Beslissingen tot andere wijzigingen van de begroting kunnen uiterlijk tot het eind van het desbetreffende begrotingsjaar worden genomen.
4.
De Raad wordt van de wijzigingen, bedoeld in het tweede en derde lid, terstond in kennis gesteld.
5.
Het bestuur doet de noodzakelijke uitgaven binnen de grenzen van de vastgestelde of gewijzigde begroting.