Einde inhoudsopgave
Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte
Artikel 39 [Inzage in boeken verhuurder]
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
06-06-2018, Stb. 2018, 172 (uitgifte: 19-06-2018, kamerstukken: 34652)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-07-2018, Stb. 2018, 251 (uitgifte: 31-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Justitie
- Vakgebied(en)
Huurrecht / Huur van woonruimte
Huurrecht / Huurprijzen
1.
Het bestuur kan, voor zover dat redelijkerwijs voor de uitoefening van de taken van de huurcommissie, bedoeld in de artikelen 4, tweede tot en met vijfde lid, 4a en 5, en de taken van de voorzitter, bedoeld in artikel 6, eerste lid, nodig is, van de verhuurder inzage en het nemen van afschrift vorderen van boeken en andere zakelijke bescheiden.
2.
De verhuurder is verplicht van hem krachtens het eerste lid gevorderde inzage en nemen van afschrift van boeken en andere zakelijke bescheiden te verlenen, een en ander op de wijze en binnen de termijn, door het bestuur te bepalen.
3.
Het niet voldoen aan de in het tweede lid omschreven verplichting wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie. Het strafbare feit is een overtreding.