Einde inhoudsopgave
Besluit algemene rechtspositie politie
Artikel 55y
Geldend
Geldend vanaf 11-05-2024. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2024
- Bronpublicatie:
23-04-2024, Stcrt. 2024, 14924 (uitgifte: 10-05-2024, regelingnummer: 5257570)
- Inwerkingtreding
11-05-2024, terugwerkend tot: 01-01-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-04-2024, Stcrt. 2024, 14924 (uitgifte: 10-05-2024, regelingnummer: 5257570)
- Vakgebied(en)
Politierecht / Bijzondere onderwerpen
Ambtenarenrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Indien het bevoegd gezag heeft vastgesteld dat er voor een herplaatsingskandidaat geen passende functie meer beschikbaar zal zijn, kan deze herplaatsingskandidaat op diens aanvraag en onder verlening van ontslag op eigen verzoek op grond van artikel 87 een vertrekstimuleringspremie worden toegekend.
2.
De vertrekstimuleringspremie, die nooit meer kan bedragen dan het totaal van de bezoldiging tot aan het bereiken van de voor de ambtenaar geldende AOW-gerechtigde leeftijd, bedraagt:
- a.
één-derde bruto maandsalaris per jaar voor de eerste 10 jaren dat de ambtenaar in politiedienst is geweest, en
- b.
één-tweede bruto maandsalaris per politiedienstjaar boven de 10 jaren.
3.
De vertrekstimuleringspremie bedraagt in alle gevallen maximaal:
- –
gedurende het eerste jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 93.000,
- –
gedurende het tweede jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 63.000,
- –
gedurende het derde jaar van aanwijzing als herplaatsingskandidaat het aantal uren waarvoor de ambtenaar is aangesteld maal één-zesendertigste deel van € 31.000.
4.
Gedurende het vierde jaar en volgende jaren van aanwijzing als herplaatsingskandidaat bestaat geen recht op toekenning van een vertrekstimuleringspremie.
5.
Voor de berekening van de vertrekstimuleringspremie wordt uitgegaan van het laatstgenoten salaris, verhoogd met het percentage van de eindejaarsuitkering en de vakantieuitkering op de datum waarop het ontslag ingaat. De fiscale consequenties die aan deze premie zijn verbonden, komen voor rekening van de herplaatsingskandidaat. De berekening van het maandsalaris is een gewogen salaris op grond van de aanstellingen van de ambtenaar in het verleden.
6.
Op verzoek van de ambtenaar kan de vertrekstimuleringspremie rechtstreeks betaald worden aan een pensioenfonds of een verzekeringsmaatschappij of gestort worden in een bankspaarregeling.
7.
De toegekende vertrekstimuleringspremie wordt in zijn geheel terugbetaald, indien betrokkene:
- a.
vanwege ontslag op zijn aanvraag op grond van artikel 87 een werkloosheidsuitkering op grond van de Werkloosheidswet wordt toegekend die ten laste van het bevoegd gezag wordt gebracht, of
- b.
terugkeert naar de politie, binnen een periode, te rekenen vanaf de datum van het ontslag, genoemd in het eerste lid, die gelijk staat aan de duur waarop betrokkene op basis van zijn vertrekstimuleringspremie recht zou hebben gehad op buitengewoon verlof, bedoeld in het negende lid.
Indien de terugkeer plaatsvindt in het eerste, tweede of derde jaar na afloop van bedoelde periode wordt eenmalig respectievelijk 75, 50 dan wel 25 procent van de vertrekstimuleringspremie terugbetaald.
8.
Indien de berekende vertrekstimuleringspremie ingevolge het vijfde lid meer bedraagt dan het ingevolge het derde lid geldende maximumbedrag bedraagt deze maximaal twaalf maandsalarissen, verhoogd met de vakantie-uitkering en de eindejaarsuitkering, waarbij voor het tweede jaar na aanwijzing als herplaatsingskandidaat € 31.000 en voor het derde jaar na zodanige aanwijzing € 63.000 in mindering wordt gebracht.
9.
De herplaatsingskandidaat kan in plaats van de vertrekstimuleringspremie kiezen voor buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging, waarvan de duur wordt bepaald aan de hand van de vertrekstimuleringspremie waarop de herplaatsingskandidaat maximaal aanspraak zou hebben. Ingeval van hervatting van de werkzaamheden bij de politie binnen de toegekende periode van buitengewoon verlof met behoud van bezoldiging wordt het resterende deel van dat verlof ingetrokken met ingang van de datum van die hervatting en wordt bruto terugbetaling van de bezoldiging over het reeds genoten buitengewoon verlof gevorderd. Indien de hervatting plaatsvindt in het eerste, tweede of derde jaar na afloop van bedoelde periode wordt eenmalig respectievelijk 75, 50 dan wel 25 procent van de bezoldiging terugbetaald.
10.
De bedragen, genoemd in het derde en achtste lid, worden per 1 januari van elk kalenderjaar bij ministeriële regeling geïndexeerd, overeenkomstig de cao-lonen, zoals deze voor het betrokken jaar, blijkens bekendmaking in de Macro-Economische Verkenningen in het voorafgaande jaar is geraamd, waarbij wordt afgerond naar het naaste veelvoud van € 1.000. Bedoelde indexering vindt voor het eerst plaats met terugwerkende kracht tot en met 1 januari 2016.