Prg. 2017/297
Werknemer zou het van werkgever geleende geld met overwerk terugbetalen, maar het dienstverband eindigt wegens bedrijfseconomische omstandigheden. Werkgever kan openstaand bedrag niet vorderen, omdat werknemer onvoldoende in staat is gesteld de lening in natura af te lossen.
HR 22-09-2017, ECLI:NL:HR:2017:2454
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 september 2017
- Magistraten
Mrs. A.M.J. van Buchem-Spapens, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/03736
- Conclusie
A-G mr. G.R.B. van Peursem
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Verbintenissenrecht / Algemeen
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2454, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑09‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:555, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2017
- Wetingang
Art. 6:248, 6:258 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Werknemer leent van werkgever en terugbetaling zal worden verricht middels onbetaald overwerk en mogelijke winstbonussen. Het dienstverband eindigt wegens bedrijfseconomische redenen, zonder dat lening is afgelost. Heeft werkgever recht op terugbetaling?
Nee. Overeenkomst voorziet niet in regeling voor het geval dienstverband eindigt. Werkgever kan naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen ongewijzigde instandhouding van de overeenkomst verwachten.
Samenvatting
Het schildersbedrijf loopt slecht. Een zakelijke relatie voldoet € 60.000 aan schulden en neemt het bedrijf over. Na aftrek van goodwill van € 20.000 resteert een lening van ongeveer € 40.000. De schilder treedt in dienst van het nieuwe bedrijf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.