Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 198 Geheimhoudingsplicht
Geldend
Geldend vanaf 13-01-2019
- Bronpublicatie:
19-12-2018, Stb. 2018, 515 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken: 34934)
- Inwerkingtreding
13-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
19-12-2018, Stb. 2018, 517 (uitgifte: 28-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Het is een ieder die uit hoofde van de toepassing van deze wet of van ingevolge deze wet genomen besluiten enige taak vervult of heeft vervuld, verboden van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen die ingevolge deze wet dan wel ingevolge afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht zijn verstrekt of verkregen of van een persoon of instantie als bedoeld in artikel 197, derde lid, onderscheidenlijk 199, eerste lid, zijn ontvangen, verder of anders gebruik te maken of daaraan verder of anders bekendheid te geven dan voor de uitvoering van zijn taak of door deze wet wordt geëist.
2.
In afwijking van het eerste lid kan de toezichthouder met gebruikmaking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet, mededelingen doen, indien deze niet kunnen worden herleid tot afzonderlijke personen.
3.
In afwijking van het eerste lid publiceert de toezichthouder geaggregeerde statistische gegevens over de voornaamste aspecten van de toepassing van het prudentieel kader.
4.
In afwijking van het eerste lid kan de toezichthouder met gebruikmaking van vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de uitvoering van zijn taak op grond van deze wet, vergelijkbare, niet geaggregeerde statistische gegevens van beroepspensioenfondsen publiceren, teneinde inzicht te geven in de financiële situatie van deze beroepspensioenfondsen.
5.
Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld over de gegevens die door de toezichthouder gepubliceerd kunnen worden, over de procedure bij publicatie en de te hanteren termijnen voorafgaand daaraan.