Hof Den Haag, 14-05-2019, nr. 200.229.694/01
ECLI:NL:GHDHA:2019:1118
- Instantie
Hof Den Haag
- Datum
14-05-2019
- Zaaknummer
200.229.694/01
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHDHA:2019:1118, Uitspraak, Hof Den Haag, 14‑05‑2019; (Hoger beroep)
Cassatie: ECLI:NL:HR:2020:2006, Bekrachtiging/bevestiging
Uitspraak 14‑05‑2019
Inhoudsindicatie
Octrooi. Koelsysteem voor computersysteem. Conclusie 1 is niet nieuw omdat deze op de prioriteitsdatum werd geanticipeerd door een op een beurs tentoongesteld en gedemonstreerd product. Interpretatie van foto's die op die beurs van dat product zijn gemaakt.
Partij(en)
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.229.694/01
Zaaknummer rechtbank : C/09/515892/ HA ZA 16-906
arrest van 14 mei 2019
inzake
Asetek A/S,
gevestigd te Aalborg, Denemarken,
appellante,
hierna te noemen: Asetek,
advocaat: mr. P.L. Reeskamp te Amsterdam,
tegen
Cooler Master Europe B.V.,
gevestigd te Eindhoven,
geïntimeerde,
hierna te noemen: Cooler Master,
advocaat: mr. D.F. de Lange te Amsterdam.
1. Het geding
1.1.
Bij exploot van 10 november 2017 is Asetek in hoger beroep gekomen van een door de rechtbank Den Haag tussen partijen gewezen vonnis van 20 september 2017. Bij memorie van grieven met producties heeft Asetek vier grieven aangevoerd. Bij memorie van antwoord met producties heeft Cooler Master de grieven bestreden.
1.2.
Vervolgens hebben partijen op 18 maart 2019 de zaak doen bepleiten, Asetek door mrs. A.M. van der Wal en R.D. Verweij, advocaten te Amsterdam, en Cooler Master door mr. De Lange voornoemd, en mr. R. Broekstra, advocaat te Amsterdam, aan de hand van overgelegde pleitnotities. Hiervan is proces-verbaal opgemaakt. Ten slotte hebben partijen arrest gevraagd.
2. De feiten
2.1.
De door de rechtbank in het vonnis van 20 september 2017 (hierna: het bestreden vonnis) vastgestelde feiten zijn niet in geschil. Ook het hof zal daarvan uitgaan. Voor zover van belang gaat het om het volgende.
2.2.
Asetek is houdster van Europees octrooi EP 1 923 771 B1 (hierna: EP 771 of ‘het octrooi’) voor een “Cooling system for a computer system”. Op 8 november 2004 heeft zij, met een beroep op prioriteit van de Amerikaanse octrooiaanvrage US 517924 P van 7 november 2003 (hierna: het prioriteitsdocument of US 924) een (internationale) aanvrage daartoe ingediend. EP 771 is op 20 mei 2015 verleend. De termijn voor het instellen van oppositie is verstreken zonder dat oppositie is ingesteld.
2.3.
In de oorspronkelijke Engelse taal luiden de conclusies van EP 771 als volgt (de nummers verwijzen naar onderdelen van diverse afbeeldingen die in de aanvraag zijn opgenomen):
“1. A cooling system for a computer system, said computer system comprising
- at least one unit such as a central processing unit (CPU) (1) venerating thermal energy and said cooling system intended for cooling the at least one processing unit (1) and the cooling system comprising
- a liquid reservoir housing (14) comprising an inlet tube connection (15) and an outlet tube connection (16) both attached to the reservoir housing (14),
- a heat radiator (11) connected by means of connecting tubes (24, 25) to the inlet tube connection (15) and the outlet tube connection (16) of the reservoir hosing (14),
- a liquid reservoir provided in the reservoir housing (14), said liquid reservoir having an amount of cooling liquid, said cooling liquid intended for accumulating and transferring of thermal energy dissipated from the processing unit (1) to the cooling liquid, wherein the reservoir is further provided with channels (26) for establishing a certain flow-path for the cooling liquid,
- a pump (21) being provided inside said reservoir housing (14) as part of an integrate element, said pump (21) comprising an impeller (33) which is positioned in a separate recess of the channels (26), where the recess has a size corresponding to the diameter of the impeller of the pump, and has a recess inlet (34) and a recess outlet (32) which is connected to the outlet tube connection (16),
- a heat exchanger comprising a heat exchanging interface (4) for providing thermal contact between the processing unit (1) and the cooling liquid for dissipating heat from the processing unit (1) to the cooling liquid, where the heat exchanging interface (4) comprises a heat exchanging surface that constitutes part of the liquid reservoir housing (14) facing the processing unit (1),
where the channels (26) face an inner surface of the heat exchanging interface forcing the cooling liquid to pass the heat exchanging surface,
said integrate element comprising the heat exchanging interface (4), the reservoir housing (14) and the pump (21), wherein
- said pump (21) is intended for pumping the cooling liquid from the heat radiator (11) into the reservoir housing (14) through the tube inlet connection (15), through the channels (26), into the pump through the recess inlet (34) and from the pump (21) through the recess outlet (32), through the channels and the tube outlet connection (16) to the heat radiator (11),
- said heat radiator (11) intended for radiating thermal energy from the cooling liquid, dissipated to the cooling liquid, to surroundings of the heat radiator (11).
2. A cooling system according to claim 1, wherein the reservoir further has a non-smooth inner wall.”
2.4.
De niet-betwiste Nederlandse vertaling van de conclusies luidt als volgt:
“1. Koelsysteem voor een computersysteem, waarbij genoemd computersysteem omvat
- ten minste één eenheid zoals een centrale verwerkingseenheid (CPU) (1) die thermische energie genereert en waarbij genoemd koelsysteem is bedoeld voor het koelen van de ten minste ene verwerkingseenheid (1) en waarbij het koelsysteem omvat
- een vloeistofreservoirbehuizing (14) omvattende een inlaatbuisverbinding (15) en een uitlaatbuisverbinding (16) die beiden zijn bevestigd aan de reservoirbehuizing (14),
- een warmteradiator (11) die verbonden is door middel van verbindingsbuizen (24, 25) met de inlaatbuisverbinding (15) en de uitlaatbuisverbinding (16) van de reservoirbehuizing (14)
- een vloeistofreservoir dat is verschaft in de reservoirbehuizing (14), waarbij genoemd vloeistofreservoir een hoeveelheid koelvloeistof heeft, waarbij genoemde koelvloeistof is bestemd voor het accumuleren en overbrengen van thermische energie die is gedissipeerd door de verwerkingseenheid (1) aan de koelvloeistof, waarbij het reservoir verder is voorzien van kanalen (26) voor het bewerkstelligen van een zeker stroompad voor de koelvloeistof,
- een pomp (21) die is verschaft in genoemde reservoirbehuizing (14) als onderdeel van een integraal element, waarbij genoemde pomp (21) een impeller (33) omvat die in een afzonderlijke uitsparing van de kanalen (26) is gepositioneerd, waarbij de uitsparing een grootte heeft die overeenkomt met de diameter van de impeller van de pomp, en een uitsparinginlaat (34) en een uitsparinguitlaat (32) welke is verbonden met de uitlaatbuisverbinding (16),
- een warmtewisselaar omvattende een warmtewisselingsinterface (4) voor het verschaffen van thermisch contact tussen de verwerkingseenheid (1) en de koelvloeistof voor het dissiperen van warmte van de verwerkingseenheid (1) naar de koelvloeistof, waarbij de warmtewisselingsinterface (4) een warmtewisselingsvlak omvat dat een gedeelte vormt van de vloeistofreservoirbehuizing (14) welke gekeerd is naar de verwerkingseenheid (1),
waarbij de kanalen (26) zijn gekeerd naar een binnenvlak van de warmtewisselingsinterface om de koelvloeistof te forceren om langs het warmtewisselingsvlak te passeren,
waarbij genoemd integraal element de warmtewisselingsinterface (4), de reservoirbehuizing (14) en de pomp (21) omvat, waarbij
- genoemde pomp (21) is bestemd voor het pompen van de koelvloeistof van de warmteradiator (11) in de reservoirbehuizing (14) door de buisinlaatverbinding (15), door de kanalen (26), in de pomp door de uitsparingsinlaat (34) en van de pomp (21) door de uitsparingsuitlaat (32), door de kanalen en de buisuitlaatverbinding(16) naar de warmteradiator (11),
- genoemde warmteradiator (11) is bestemd voor het uitstralen van thermische energie van de koelvloeistof, gedissipeerd naar de koelvloeistof, naar een omgeving van de warmteradiator (11).
2. Koelsysteem volgens conclusie 1, waarbij het reservoir verder een niet-gladde binnenwand
heeft.”
2.5.
Cooler Master ontwikkelt en verkoopt koelsystemen voor computersystemen.
2.6.
Op 22-26 september 2003 – vóór de ingeroepen prioriteitsdatum van EP 771 – heeft in Taipei, Taiwan, de computervakbeurs Computex 2003 plaatsgevonden. De onderneming Global WIN heeft op die beurs haar koelsysteem voor computersystemen “Silent Stream” tentoongesteld en aan het publiek gedemonstreerd. De volgende twee foto’s zijn op die beurs genomen:
Foto 1:
Foto 2:
2.7.
Cooler Master heeft op enig later moment – via eBay – (onderdelen van) een Silent Stream aangekocht, die blijkens de daarop geplakte sticker op of voor 19 januari 2004 is geproduceerd. De verpakking van het aangekochte product is te zien op de volgende foto:
Foto 3:
2.8.
Op 21 november 2003 en 28 januari 2004 op internet gepubliceerde productreviews laten – op het oog – hetzelfde product respectievelijk dezelfde verpakking zien. De productpagina van de Silent Stream op de website van Global WIN liet op 22 juni 2004 een goeddeels gelijkende foto van de Silent Stream zien (alleen het omhoogstekende buisje op het rechterelement was op die foto geheel witgekleurd en de precieze configuratie ervan was op die foto niet goed zichtbaar).
3. De vorderingen en het vonnis in eerste aanleg
3.1.
In eerste aanleg heeft Asetek een verbod aan Cooler Master gevorderd om inbreuk te maken op het Nederlandse deel van EP 771, alsmede schadevergoeding en/of winstafdracht ten gevolge van inbreuk door Cooler Master, met nevenvorderingen, op straffe van dwangsommen, met veroordeling van Cooler Master in de proceskosten op de voet van 1019h Rv, met rente.
3.2.
Cooler Master heeft zich tegen deze vorderingen verweerd met onder meer de stelling dat het octrooi nietig is, en in reconventie ook nietigverklaring van het octrooi gevorderd, met veroordeling van Asetek in de proceskosten op de voet van artikel 1019h Rv in conventie en reconventie.
3.3.
De rechtbank heeft met het bestreden vonnis de vorderingen van Asetek afgewezen en die van Cooler Master toegewezen, met veroordeling van Asetek in de proceskosten (artikel 1019h Rv) in zowel conventie als reconventie. Het octrooi kon volgens de rechtbank geen prioriteit ontlenen aan US 924, en was volgens haar niet nieuw ten opzichte van het vóór de aanvraagdatum gepubliceerde gebruiksmodel CN 2610125 (“Lin”).
4. De vorderingen in het hoger beroep
4.1.
Asetek vordert in hoger beroep vernietiging van het bestreden vonnis en alsnog toewijzing van haar vorderingen en afwijzing van die van Cooler Master, met veroordeling van Cooler Master in de proceskosten in beide instanties (artikel 1019h Rv), met rente, bij arrest dat bij voorraad uitvoerbaar wordt verklaard.
4.2.
Cooler Master vordert bekrachtiging van het bestreden vonnis, met veroordeling van Asetek in de kosten van het hoger beroep (artikel 1019h Rv), met rente, bij arrest dat uitvoerbaar bij voorraad wordt verklaard.
4.3.
Partijen zijn met elkaar overeengekomen de proceskosten van het hoger beroep over en weer te stellen op € 65.000.
5. De beoordeling van de vorderingen in het hoger beroep
5.1.
Cooler Master stelt in het hoger beroep onder meer dat de Silent Stream op de ingeroepen prioriteitsdatum tot de stand van de techniek behoorde omdat die op Computex 2003 is getoond en alle kenmerken van conclusie 1 van EP 771 bevat. Onder meer daarom is conclusie 1 van EP 771 niet nieuw. Conclusie 2 van EP 771 is nietig omdat deze niets inventiefs toevoegt.
5.2.
Asetek betwist deze stellingname. Zij stelt – als enig verweer – dat de Silent Stream geen vloeistofreservoir openbaart dat is verschaft in een reservoirbehuizing die deel uitmaakt van een integraal element dat pomp, warmtewisselingsinterface en reservoirbehuizing omvat. Vanwege het ontbreken van dat vloeistofreservoir zijn volgens Asetek ook de kenmerken van het octrooi dat het reservoir is voorzien van kanalen, en onderdeel uitmaakt van de stroomrichting, met de Silent Stream niet geopenbaard. Dat verweer kan om de volgende redenen niet slagen.
5.3.
Tussen partijen is niet in geschil dat de Silent Stream bestaat uit ten minste enerzijds een warmteradiator en anderzijds een behuizing die een warmtewisselingsinterface en een pomp bevat. Het hof zal de laatstgenoemde behuizing hierna kortheidshalve ook aanduiden als de koeler. Cooler Master heeft aangevoerd dat het inwendige van de koeler van de Silent Stream zoals getoond op Computex 2003 gelijk is aan het inwendige van de koeler van de Silent Stream die Cooler Master op eBay heeft gekocht (zie 2.7). Bij memorie van antwoord heeft Cooler Master aan de hand van de volgende foto van het eBay-exemplaar laten zien dat de koeler van de Silent Stream een vloeistofreservoir bevat dat is verschaft in een reservoirbehuizing en dat die koeler dus kan worden aangemerkt als een integraal element dat een warmtewisselingsinterface, een pomp en een reservoirbehuizing omvat. Uit die foto blijkt volgens Cooler Master ook dat het bedoelde vloeistofreservoir is voorzien van kanalen voor het bewerkstelligen van een zeker stroompad voor de koelvloeistof.
Daarnaast heeft Cooler Master met de volgende foto laten zien dat de stroomvolgorde in de Silent Stream overeenkomt met de stroomvolgorde van conclusie 1 van het octrooi.
Asetek heeft deze stellingen niet, althans onvoldoende weersproken. Ter zitting heeft Asetek uitdrukkelijk verklaard dat zij bereid is om met Cooler Master aan te nemen dat het inwendige van de op Computex 2003 getoonde Silent Stream gelijk zal zijn aan het door Cooler Master aangekochte exemplaar. Asetek heeft ook niet bestreden dat de koeler in dat laatstgenoemde exemplaar een vloeistofreservoir met kanalen bevat en dat de stroomvolgorde is zoals Cooler Master die heeft gepresenteerd.
5.4.
Het standpunt van Asetek is dat de Silent Stream is aangesloten op een additioneel extern vloeistofreservoir. Bij de Silent Stream die is getoond op Computex 2003 is dat volgens Asetek een aquarium. Asetek meent dat de Silent Stream met het toevoegen van dat externe vloeistofreservoir niet voldoet aan conclusie 1 omdat het geclaimde koelsysteem uit niet meer dan twee onderdelen mag bestaan: de radiator en het integraal element dat de warmtewisselingsinterface, pomp en reservoirbehuizing bevat. In het midden kan blijven of die uitleg van conclusie 1 juist is (Cooler Master heeft die uitleg gemotiveerd bestreden). Om de volgende redenen moet namelijk als vaststaand worden aangenomen dat de Silent Stream op Computex 2003 ook is getoond zonder aansluiting op een aquarium.
5.5.
Volgens Cooler Master tonen de hiervoor onder 2.6 afgebeelde foto’s 1 en 2 verschillende opstellingen van de Silent Stream, waarbij de Silent Stream alleen in de op foto 1 getoonde opstelling gebruikmaakt van een aquarium. In de op foto 2 getoonde opstelling lopen de slangen uit de warmteradiator en uit de koeler uit beeld, maar volgens Cooler Master zitten daar (buiten beeld) lussen (het zijn beide slangen die de radiator en de koeler met elkaar verbinden), geen aquarium. In de op foto 1 getoonde opstelling fungeert het aquarium wel als (additioneel) koelwaterreservoir, maar volgens Cooler Master is duidelijk dat die opstelling een stunt is en zal de gemiddelde vakman ook uit die opstelling zonder meer begrijpen dat de Silent Stream zonder aquarium zal worden geleverd.
5.6.
Dit standpunt heeft Asetek naar het oordeel van het hof niet voldoende gemotiveerd weersproken. Asetek stelt zich op het standpunt dat de slangen van foto 2 (ook) naar het aquarium van foto 1 lopen. De foto’s 1 en 2 bieden daarvoor echter geen aanwijzingen en Asetek heeft ook niet toegelicht waarom verbinding van de in foto 2 getoonde Silent Stream met het aquarium aannemelijk zou zijn. Daar komt bij dat Asetek niet heeft bestreden dat de gemiddelde vakman zal inzien dat een opstelling met aquarium een stunt is en dat de Silent Stream zonder aquarium zal worden geleverd. Integendeel, Asetek heeft zelf ook opgemerkt dat voorstelbaar is dat de fabrikant de Silent Stream slechts bij wijze van stunt heeft aangesloten op het aquarium.
5.7.
Dat blijkens het door Cooler Master overgelegde materiaal de Silent Stream werd geleverd in combinatie met een fill inlet (vulbuis) die op de koeler kon worden aangesloten, kan niet leiden tot een ander resultaat. Daargelaten of conclusie 1 toevoeging van een vulbuis uitsluit, is gesteld noch gebleken dat de Silent Stream op Computex 2003 was voorzien van een vulbuis. Integendeel, Cooler Master heeft onweersproken aangevoerd dat op foto 2 is te zien dat een afsluitdop in plaats van een vulbuis is aangebracht op de koeler. Deze uitvoering bevat dus in elk geval buiten de koeler en de radiator niet nog een element dat eventueel als extern koelvloeistofreservoir zou kunnen worden aangemerkt. Het koelvloeistofreservoir is in deze uitvoering geheel geïntegreerd in de koeler. De Silent Stream zoals die op Computex 2003 is gepresenteerd, blijkens foto 2, is aldus reeds per de ingeroepen prioriteitsdatum nieuwheidsschadelijk voor conclusie 1 van het octrooi. Of EP 771 aanspraak zou kunnen maken op de ingeroepen prioriteit kan daarom in het midden blijven.
5.8.
Het hof verwerpt het bezwaar van Asetek dat het bij pleidooi in hoger beroep namens Cooler Master ingenomen standpunt dat de twee foto’s van Computex 2003 niet één en dezelfde opstelling betreffen, nieuw is, en daarom in strijd met de tweeconclusieregel. In haar memorie van antwoord had Cooler Master niet betoogd of gesuggereerd dat dat anders was, en de foto’s geven die suggestie ook niet zelf. Bedoeld standpunt van Cooler Master moet daarom worden gezien als uitwerking van haar reeds bij memorie van antwoord aangevoerde grondslag/verweer dat de Silent Stream zoals gepresenteerd op Computex 2003 nieuwheidsschadelijk is voor het octrooi, en als reactie op de eerst bij pleidooi in hoger beroep door Asetek geponeerde stelling dat de foto’s één en dezelfde opstelling laten zien.
5.9.
Tegen het oordeel van de rechtbank dat de in conclusie 2 geclaimde materie niet-inventief is, heeft Asetek uitsluitend aangevoerd dat conclusie 2 afhankelijk is van conclusie 1 en dat de rechtbank ten onrechte heeft geoordeeld dat conclusie 1 ongeldig is. Dat betoog kan niet slagen omdat, zoals hiervoor is overwogen, het eindoordeel van de rechtbank over conclusie 1 juist is.
5.10.
De grieven behoeven voor het overige geen bespreking. Asetek heeft geen feiten te bewijzen aangeboden die, indien bewezen, tot een andere uitkomst zouden kunnen leiden. Het hof zal het bestreden vonnis bekrachtigen, met veroordeling van Asetek in de kosten van het hoger beroep, begroot op de voet van artikel 1019h Rv. Het tussen partijen overeengekomen bedrag van € 65.000 voor de proceskosten van het hoger beroep (per partij), komt het hof niet onredelijk of onevenredig voor. Het hof zal dit bedrag daarom aanhouden.
6. Beslissing
Het hof
- -
bekrachtigt het bestreden vonnis;
- -
veroordeelt Asetek in de kosten van het hoger beroep, aan de zijde van Cooler Master begroot op € 65.000, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf twee weken na de datum van dit arrest;
- -
verklaart dit arrest tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- -
wijst het in hoger beroep meer of anders gevorderde af.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.W. Frieling, P.H. Blok en C.J.J.C van Nispen en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 14 mei 2019 in aanwezigheid van de griffier.