Einde inhoudsopgave
Besluit Nr. F1 (2010/C 106/04) betreffende de interpretatie van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot prioriteitsregels bij samenloop van gezinsuitkeringen
Tekst
Geldend
Geldend vanaf 12-06-2009
- Redactionele toelichting
Dit besluit wordt toegepast vanaf 01-05-2010, tegelijk met de inwerkingtreding van Verordening 987/2009 (16-09-2009, PbEU L 284).
- Bronpublicatie:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: F1 2010/C106/04)
- Inwerkingtreding
12-06-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2009, PbEU 2010, C 106 (uitgifte: 24-04-2010, regelingnummer: F1 2010/C106/04)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Vrij verkeer
1
Voor de doeleinden van artikel 68 van Verordening (EG) nr. 883/2004 worden gezinsbijslagen als verschuldigd beschouwd ‘verkregen zijn op grond van werkzaamheden, al dan niet in loondienst’, in het bijzonder:
- a)
wegens de feitelijke verrichting van werkzaamheden, al dan niet in loondienst, alsmede
- b)
over alle tijdvakken gedurende welke dergelijke werkzaamheden, al dan niet in loondienst, tijdelijk onderbroken worden
- i)
wegens ziekte, moederschap, arbeidsongeval, beroepsziekte of werkloosheid, voor zover voor deze gebeurtenissen loon dan wel verstrekkingen of uitkeringen met uitzondering van pensioenen of renten verschuldigd zijn, of
- ii)
wegens betaald verlof, staking of uitsluiting, of
- iii)
gedurende onbetaald verlof voor het opvoeden van kinderen, voor zover dit verlof volgens de relevante wetgeving gelijkgesteld wordt aan werkzaamheden, al dan niet in loondienst.
2
Dit besluit wordt bekendgemaakt in het Publicatieblad van de Europese Unie. Het is van toepassing vanaf de datum van inwerkingtreding van Verordening (EG) nr. 987/2009.