Einde inhoudsopgave
Regeling uitvoering GMO groenten en fruit 2018
Artikel 111
Geldend
Geldend vanaf 05-05-2022. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2022
- Bronpublicatie:
21-04-2022, Stcrt. 2022, 11426 (uitgifte: 04-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 22023341)
- Inwerkingtreding
05-05-2022, terugwerkend tot: 01-01-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-2022, Stcrt. 2022, 11426 (uitgifte: 04-05-2022, regelingnummer: WJZ/ 22023341)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
Uitgaven voor biologische vermeerdering en opkweek van uitgangsmateriaal en de niet-chemische behandeling bij zaden van gangbare oorsprong zijn subsidiabel indien zij door de Stichting Skal, bedoeld in artikel 1 van het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007, of een andere erkende instantie overeenkomstig Hoofdstuk V van verordening 2018/848 dan wel een op grond van artikel 46 van verordening 2018/848 erkende instantie,gecertificeerd zijn.
2.
Voor de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, geldt een forfaitair tarief van 25 procent.
3.
De producentenorganisatie toont de biologische oorsprong van uitgangsmateriaal bij de indiening van de subsidieaanvraag aan door middel van:
- a.
een factuur en een afleverbon of een plantenpaspoort met vermelding van Skalnummer en ‘eko’ of ‘bio’;
- b.
het Skal certificaat van de leverancier of een lijst van Skal-gecertificeerde leveranciers en Skal-nummers; of
- c.
het certificaat van de leverancier afgegeven door een andere dan Skal erkende instantie zoals bedoeld in het eerste lid.
4.
Niet subsidiabel is niet-biologisch teeltmateriaal, met uitzondering van alle vrijstellingen die Skal heeft verstrekt en goedgekeurd voor algemeen teeltmateriaal in de nationale bijlage.